✉️ info@feminer.nl

Wit feminisme: niet voor alle vrouwen

Home > Magazine > Wit feminisme: niet voor alle vrouwen
Nuhamin Valk Nuhamin is student Biomedische Technologie. Uit haar interesse voor wetenschap, cultuur en media probeert ze aandacht te scheppen voor gelijkheid in die velden. Bekijk Berichten

Door Nuhamin Valk

Nuhamin is student Biomedische Technologie. Uit haar interesse voor wetenschap, cultuur en media probeert ze aandacht te scheppen voor gelijkheid in die velden.

14 mei 2024

by | 14 mei 2024

In mijn missie om meer feministische literatuur te lezen, las ik een paar maanden geleden The Bell Jar van Sylvia Plath. Het Bell jar feminisme is er niet voor alle vrouwen, ontdekte ik. Helaas is dit nog steeds een trend; veel feministische media en literatuur is er voornamelijk voor witte vrouwen.
Pinterest vertelde mij dat the Bell Jar (1963), naast dat het een goed boek is, ook erg feministisch is. Dus ik ging aan de slag. In het boek beschrijft Plath hoe het hoofdpersonage Esther vecht met het enige toekomstperspectief dat vrouwen in haar tijd hadden: trouwen, moederschap en al je ambities opgeven om achter het aanrecht te staan. Esther lijkt (spoilers!) het gevecht te verliezen en komt zo in een psychiatrische inrichting terecht. Als je het boek leest snap je waarom ze in het leven geen uitweg ziet: wat ze ook zal doen, al haar werk zal haar toch slechts een huwelijk opleveren.
Wat Pinterest me alleen niet had verteld, is dat het hele boek  doorspekt is van racisme. De druppel kwam voor mij op ongeveer driekwart van het boek. Daar tref je namelijk zo een racistische en onnodige passage, dat ik Esther bijna de straf die een huwelijk voor haar zou zijn gunde. Esther beschrijft en behandelt alle betrokkenen ontzettend racistisch: ze beschrijft – onder andere – een zwarte man alleen maar met het n-woord en ze vindt het nodig hem een trap te verkopen omdat hij haar twee soorten bonen in één maaltijd serveert. Er lijkt ook totaal geen aanleiding te zijn voor deze passage – ik snap het nut ervan nog steeds niet. 
Wanneer lezers dit racisme in discussies over The Bell Jar en Plath aanhalen, is het antwoord vaak hetzelfde: “Je moet onze huidige idealen niet aan het boek opleggen”. Een absurde claim; het is geen hedendaags ideaal dat zwarte en Chinese vrouwen – Plath beschrijft Chinezen altijd in racistische termen – respect verdienen. Moeten zij zich ‘eroverheen zetten’ om dit feministisch werk goed te kunnen begrijpen? Hoe kun je The Bell Jar als een feministisch werk zien, terwijl het actief zwarte en Aziatische mensen – en dus ook vrouwen – discrimineert?
Dit voorbeeld staat niet op zich; veel grondleggende feministen en feministische literatuur zijn er niet voor alle vrouwen, maar slechts voor witte vrouwen. In feministische discussies en kringen lijkt er vaak een harde scheiding te bestaan tussen de strijd tegen seksisme en racisme. Het belang van intersectioneel feminisme is nog niet doorgedrongen. Er is daarom geen ruimte voor een ‘gelaagde’ ervaring met discriminatie; in zo’n wereld ervaar je óf seksisme, óf racisme.

Wat is wit feminisme?

Wit feminisme is geen feministische stroming; het is een kritiek binnen het feminisme op een bepaalde groep feministen. In de strijd voor vrouwenemancipatie houden veel feministen – bewust en onbewust – geen rekening met vrouwen voor wie ‘vrouw-zijn’ niet het enige is dat hun vrijheid en kansen beperkt. Zij hebben geen oog voor de intersectie tussen verschillende vormen van discriminatie en sluiten daarmee dus niet-witte vrouwen en minder welvarende vrouwen uit.

In de jaren 80 kwam er, onder andere vanuit de VS, steeds meer kritiek op de dominantie van de overwegend witte benadering binnen het feminisme. En hoewel Kimberle Crenshaw de term ‘intersectioneel feminisme’ in een essay in 1989 opperde, bestaat deze kritiek al veel langer. In 1851 bekritiseerde Sojourner Truth – geboren als slaaf van een Nederlandse slavenhouder – witte feministen die het gat tussen vrouwen in de suffragette-beweging en de anti-slavernij beweging niet zagen: “Kijk naar mijn arm. Ik heb geploegd en geplant, en schuren gevuld, en geen enkele man kon mij bijhouden! En ben ik dan geen vrouw? Ik heb 13 kinderen gebaard en zag ze bijna allemaal in slavernij verkocht worden, en toen ik mijn moederleed uitschreeuwde, hoorde niemand mij behalve Jezus. En ik ben dan geen vrouw?”

Wit feminisme in Nederland

Ook in Nederland bestaat de kritiek op wit feminisme al lang. In 1983 vertelde Julia da Lima, een Nederlands-Molukse feministe, in haar onaangekondigde openingsrede bij de opening van de Winteruniversiteit Vrouwenstudies in Nijmegen, het volgende: “Als ik als als zwarte vrouw het programmaboekje Vrouwenstudies opensla en doorblader, dan kom ik al snel tot de conclusie dat er voor mij, als zwarte vrouw, amper iets bij is wat echt belangrijk is, wat aandacht besteed aan de positie van zwarte vrouwen binnen vrouwenstudies.”

De term ‘zwart’ in feministische literatuur

Veel Nederlandse vrouwen met verschillende etnische achtergronden kwamen begin jaren 80 bij elkaar onder de Zwarte, Migranten- en Vluchtelingenvrouwenbeweging (ZMV-Vrouwenbeweging). Ze waren ontevreden over het overwegend witte Nederlandse feminisme. Geïnspireerd door Amerikaanse zwarte feministen en de openingsrede van Da Lima, opperde een collectief van Indische en Molukse vrouwen in 1984 de term ‘Zwarte vrouwen’. Hierbij ging het om alle vrouwen die niet wit waren; alle vrouwen die met racisme te maken hadden vielen hieronder. Tegelijk verving de term ‘wit’ ‘blank’. Die vormde een tegenstelling met ‘zwart’ en had niet dezelfde koloniale betekenis als ‘wit’.

Bron: Atria

De zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwenbeweging pleit voor anti-racistisch feminisme: feminisme waarin anti-racistisch gedachtegoed altijd aanwezig is en dus geen bijzaak is.  Hoogleraar en antropologe Philomena Essed schreef daar in de congresbundel van de Zomeruniversiteit Vrouwenstudies in 1981 het volgende over: “We eisen dan ook dat tijdens alle workshops, binnen alle thema’s, er aandacht zal worden besteed aan de positie van zwarte vrouwen. […] En niet alleen tijdens een middag of avond over racisme, wat niet eens in alle programmaboekjes aangekondigd staat.”

Kapitalisme = seksisme + racisme + klassisme

En toch, ondanks jaren van kritiek op de dominante rol van witte vrouwen binnen het feminisme zijn er nog steeds veel feministen die vooral oog hebben voor de obstakels die de vrouwen uit hun welvarende, witte bubbel ervaren. De zes-vinkers die binnen het feminisme geen plaats zien (of misschien, gunnen) voor verhalen van vrouwen die niet alleen met discriminatie in de vorm van seksisme te maken hebben.

Gelukkig zijn we recentelijk gezegend met een schoolvoorbeeld van wit feminisme, namelijk Doortje Smithuijsens pamflet Kapitalimse is seksisme, dat begin 2024 uitkwam. Ze beweert hierin het volgende: “De huisvrouw is nu een yogamoeder met een Rocycle-abonnement en een Artipoppe-draagzak. […] Ze doen aan empowering bokslessen en hot yoga. Ze nemen botox omdat ze daar zin in hebben.” Maar vrouwen met een draagzak van minimaal 400 euro zijn nou niet bepaald de slachtoffers van kapitalisme en seksisme waar ik me het meeste zorgen om maak. Deze vrouwen kunnen ten minste meekomen met kapitalisme. Wanneer gaat het over de vrouwen die dat überhaupt niet kunnen?
Smithuijsen kiest er bewust voor om haar kritiek op het kapitalisme – en daarbij neoliberaal feminisme – vrijwel volledig te formuleren vanuit haar eigen omgeving. Ze zegt ondertussen wel te weten “dat zelfs binnen dit cultureel elitaire, maatschappelijk kansrijke milieu nog een stevige ongelijkheid heerst tussen mannen en vrouwen”. Na deze zin verdwijnt ze volledig in deze bubbel. In plaats van een streven naar gelijkheid in status en mogelijkheden onder de gehele maatschappij, wat kapitalisme echt omver zou werpen, lijkt ze vooral te pleiten voor gelijkheid onder de mannen en vrouwen in haar hyper-exclusieve, Amsterdam-Zuid bubbel. 
‘Vrouwen’ staat gelijk aan ‘witte vrouwen uit een kansrijk milieu’. Iedereen die daarbuiten valt, moet de ‘echte vrouwen’ overtuigen waarom er voor hun verhalen ook aandacht moet zijn in het feminisme. 

Single issue feminism

De titel Kapitalisme = seksisme is natuurlijk niet onwaar, maar het kapitalisme reduceren tot één enkel probleem schiet het hele doel voorbij. En dat is nu precies wat wit feminisme doet; de vrouwenemancipatie reduceren tot alleen het aanpakken van discriminatie op basis van geslacht. Maar op deze manier streef je niet voor gelijke rechten voor alle vrouwen. Crenshaw beschrijft het als volgt: “Deze focus op de meest bevoorrechten in de groep marginaliseert degene die [op meerdere manieren discriminatie ervaren] en verduistert beweringen die je niet kunt begrijpen als het resultaat van aparte bronnen van discriminatie.”

In de woorden van Audre Lorde: “There is no such thing as a single-issue struggle because we do not live single-issue lives.” Maar wit feminisme probeert dat juist te doen. Daarom zijn er pamfletten als Kapitalisme = seksisme, waarin een vrouw correct ziet dat seksisme haar vrijheden beperkt, maar niet inziet dat haar bevoorrechte positie mede het resultaat is van racisme, klassisme en kolonialisme. En daarom zijn er boeken als The Bell Jar, waarin Esther vecht tegen het systeem dat haar vrijheden beperkt, maar actief deelneemt aan het systeem dat hetzelfde effect heeft op zwarte en Aziatische mensen.

Wit feminisme reduceert de vrouwenemancipatie tot alleen het aanpakken van discriminatie op basis van geslacht, maar zo krijgen nooit alle vrouwen gelijke rechten.

Een feminisme voor álle vrouwen

Natuurlijk kan niet elk feministisch werk aandacht schenken aan alle situaties van alle vrouwen. Een stuk over seksisme in de academie zal vrouwen in de zorg waarschijnlijk minder aanspreken. Wat wel kan, is bewust zijn van de aannames die je doet, van de vrouwen over wie je schrijft en nog belangrijker, van de vrouwen over wie je niet schrijft. Het is dus an sich niet erg dat Smithuijsen vooral over vrouwen uit haar eigen omgeving schrijft. Alleen is het wel erg dat ze deze bias nauwelijks erkent of er überhaupt bewust van is. Zo doet ze alsof haar betoog over alle vrouwen gaat, terwijl ze het alleen lijkt op te nemen voor een zeer selecte, bevoorrechte groep vrouwen.

En uiteraard dient elk werk niet zo onbekritiseerd racistisch te zijn als The Bell Jar. Misschien had ik kunnen weten dat een werk uit 1963, geschreven door een witte vrouw niet erg intersectioneel zou zijn. Alleen schrok ik hier zo van, omdat de meeste video’s en reviews van het boek het racisme totaal niet noemen. Pas toen ik op TikTok ‘the bell jar racist’ intikte, in plaats van gewoon ‘the bell jar’, kwam ik lezers tegen die, net zoals ik, al hun sympathie voor Esther verloren door haar continue racisme. En dan nóg sloegen de comments een kritische discussie neer door te menen dat ‘het boek een product van zijn tijd is’. Alsof zwarte en Aziatische vrouwen toen geen respect verdienden. Laat staan hoe dergelijke opmerkingen overkomen op de zwarte en Aziatische vrouwen die het boek nu lezen.  
Gelukkig zijn er ontzettend veel intersectionele feministische werken geschreven, en hoef je je dus niet per se door het racisme in The Bell Jar te worstelen om feministische klassiekers te lezen. Wat dacht je van Girl, Woman,Other, Convenience Store Woman – qua thematiek vergelijkbaar met The Bell JarConfrontaties, en nog veel meer. Maak dus ruimte in je boekenkast voor meer intersectionele verhalen!
En wil je nu écht waarom kapitalisme seksisme is? Ook als je geen witte vrouw uit Oud-Zuid bent? Dan raad ik je Feminism for the 99%  aan, dat (als je op de link drukt) gratis te lezen is! 
  • Nuhamin Valk

    Nuhamin is student Biomedische Technologie. Uit haar interesse voor wetenschap, cultuur en media probeert ze aandacht te scheppen voor gelijkheid in die velden.

    Bekijk Berichten

by | 14 mei 2024

Meer zoals dit

Zoek artikelen

Vers van de pers

We houden je graag op de hoogte, dus volg ons vooral op de socials!