De verkiezingen komen er weer aan, en dát betekent dat de peilingen, stemwijzers en mediaoptredens van politici je weer om de oren vliegen. Hoewel we grotendeels dezelfde partijen op de kieslijsten zien staan, hebben we dit jaar met een compleet ander politiek speelveld te maken. Partijleiders zijn vertrokken, de premier gaat de politiek verlaten en nieuwe onderwerpen prijken hoog op ieders agenda. Hoe moet je je hier een weg door banen?
Om jou op weg te helpen, zijn wij door de verkiezingsprogramma’s van een aantal partijen heen gegaan. De focus ligt op de zeven partijen die hoog in de peilingen staan, nu groot zijn, of die populair zijn onder jongeren. Daaruit kwamen deze partijen: NSC, VVD, BBB, D66, Volt, CDA, PvdA/GroenLinks en Partij voor de Dieren.
In die programma’s zijn we op zoek gegaan naar de standpunten van de partijen op de volgende onderwerpen:
- Abortus, anticonceptie en zorg
- Vrouwen op de werkvloer
- Kinderopvang en ouderschap
- Seksisme, racisme en homofobie
In het eerste deel van de serie over de verkiezingsprogramma’s hebben de eerste drie onderwerpen besproken. Deel 2 behandelt de plannen over gendergelijkheid en de LHBTI+ gemeenschap; dat lees je hier! In dit laatste deel bespreken we plannen met betrekking tot de veiligheid van vrouwen en minderheden, en het voorkomen van discriminatie en racisme.
Een disclaimer vooraf
We kunnen niet alle partijen en al hun standpunten bespreken. Dit wil niet zeggen dat we andere zaken of partijen minder belangrijk achten. Uiteraard is dit onze interpretatie van de verkiezingsprogramma’s en zijn er andere onderwerpen die de partijen bespreken die wij hier niet zullen uitlichten. Wel proberen we de onderwerpen die we bespreken zo objectief mogelijk te benaderen. Feministische onderwerpen zijn over het algemeen meer sociaal linkse onderwerpen. Linkse partijen bleken die dus ook uitgebreider te bespreken.Omdat we uitsluitend deze onderwerpen behandelen en we minder aandacht besteden aan traditioneel ‘rechtse’ onderwerpen, krijgt het artikel een meer ‘linkse kleur’. Wij zijn ons daarvan bewust.
Veiligheid
Veel mensen voelen zich onveilig door hun vrouw-zijn, culturele achtergrond, seksuele geaardheid of genderidentiteit. Zestig procent van de mensen die discriminatie heeft meegemaakt, voelt zich weleens tot vaak onveilig. Daarnaast is één op de drie vrouwen in 2020 seksueel geïntimideerd. Verder zijn vrouwen vaker slachtoffer van huiselijk geweld, ongewenst gedrag op werk en online stalking. Hieronder bespreken we een aantal van de plannen die partijen hebben om de geweld onder vrouwen en andere bevolkingsgroepen te verminderen en te voorkomen.
Femicide en huiselijk geweld
Een ander terugkerend thema is het voorkomen van femicide en, meer in het algemeen, huiselijk geweld. Met femicide bedoelen we een moord op vrouwen en meisjes vanwége hun geslacht of gender. Amnesty International zegt er het volgende over: “Mannen zijn vaker slachtoffer van moord, maar vrouwen worden veel vaker gedood door mannen dan door vrouwen en vaak omdat ze vrouw zijn.” Ook in Nederland is dat het geval. Tussen 2017 en 2021 zijn vrouwen ruim twaalf keer vaker dan mannen door een (ex-)partner om het leven gebracht en twee keer vaker door hun ouders.
Femicide in cijfers
Jaarlijks vinden er in Nederland meer moorden plaats op mannen dan op vrouwen. Tussen 2017 en 2021 kwamen er 434 mannen om het leven door moord of doodslag en 215 vrouwen. Tussen de daders van moorden op mannen en vrouwen zijn wel grote verschillen te zien. Bij vrouwen zie je dat bijna twee derde van de daders de huidige of ex-partner is van het slachtoffer; bij mannen is dit in één op de twintig keer het geval.
Bron: OCW in cijfers
Alle partijen – behalve de BBB en het NSC – presenteren plannen over de aanpak van huiselijk geweld en femicide. Volt geeft aan dat ze “geweld in de relationele sfeer niet langer behandelen als privékwestie”, maar als een maatschappelijk probleem. PvdD wil dat het makkelijker wordt om melding te maken van huiselijk geweld en te vluchten naar een crisisopvang. Ze zetten zich in voor meer noodopvangplekken waar “ook huisdieren welkom zijn” en voor meer aandacht bij politie en justitie voor femicide en maatregelen om het terug te dringen.
Het CDA pleit voor “meer aandacht voor femicide en stalking” door middel van preventie “door signalering en het tijdig inschakelen van hulp voor slachtoffers en (potentiële) daders”. Ze willen met deze preventie ook de rol van de omgeving in het opmerken van geweld meenemen. VVD is ook voor het zwaarder straffen van medeplichtigen bij “eergerelateerd geweld” – zoals femicide – en wil “de mogelijkheden verruimen om strafrechtelijk op te treden”.
D66 en PvdA/GroenLinks geven een meer uitgebreide beschrijving van hun beoogde aanpak tegen huiselijk geweld en femicide. D66 heeft het over “de aanpak van geweld achter de voordeur” via Veilig Thuis, opvangplekken voor vrouwen en kinderen en codewoorden waarmee huiselijk geweld bij zorginstanties gemeld kan worden. Ook komt er “meer aandacht voor psychisch geweld en de signalen van femicide” en willen ze investeren in het vergroten van de kennis hierover bij hulpverleners.
PvdA/GroenLinks zet zich in om het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld uit te breiden naar “huiselijk geweld en femicide”. Verder willen ze een regeringscommissaris die zal “dienen als aanjager voor de noodzakelijke cultuurverandering”, aangezien “Nederland hoog scoort als het gaat om huiselijk geweld en femicide”. Daarnaast zetten ze zich in voor een betere herkenning van dit geweld, door “brede campagnes” en het trainen van agenten.
Seksueel geweld
In 2022 gaf ruim de helft van de vrouwen tussen de 18 en 24 jaar aan in de afgelopen 12 maanden slachtoffer te zijn geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag. En één op de vijf vrouwen van die leeftijd heeft afgelopen jaar fysiek seksueel geweld meegemaakt, vijf keer vaker dan hun mannelijke leeftijdsgenoten. Een aantal partijen heeft plannen in hun partijprogramma opgenomen om dit te voorkomen en slachtoffers beter te beschermen.
Gevolgen seksueel geweld
40% van de slachtoffers van fysiek seksueel geweld ervaart de gevolgen ervan; wanneer ongewenste aanraking en zoenen buiten beschouwing worden gelaten gaat het om 70% van de slachtoffers. De gevolgen kunnen zich uiten in verschillende aspecten van het dagelijks leven, van psychische problemen tot problemen met werk. Hieronder staan de gevolgen die worden genoemd door slachtoffers van alle vormen van fysiek geweld.
Bron: CBS
Ter bestrijding van seksueel geweld wil D66 investeren in de hulpverlening bij seksueel geweld, de zedenpolitie en forensisch artsen, “met het doel om zedenzaken sneller te behandelen”. Dit gaan ze onder andere doen middels “structurele financiering voor het Centrum Seksueel geweld” om “eerste hulp bij seksueel geweld” in te richten. Om het geweld niet alleen te bestrijden, maar ook te voorkomen “zetten we het nationaal actieplan seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld door en verbreden dit naar meedere sectoren”. Werkgevers krijgen meer verantwoordelijkheden om grensoverschrijdend gedrag tegen te gaan, door bijvoorbeeld een goede meldstructuur op te zetten. Met aandacht voor “seksuele vorming in het onderwijs” en “investeren in vroege signalering” hoopt D66 seksueel misbruik van kinderen tegen te gaan. Volt is het hiermee eens, maar is er bondiger over.
Van het korte en bondige is de PvdD ook liefhebber. Ze willen al het “seksueel overschrijdend gedrag en seksueel geweld bestrijden” en strafbaar maken. Preventie, bewustwording en voorlichting moeten een belangrijker onderdeel gaan uitmaken van het beleid.
De PvdA/GroenLinks stipt in hun partijprogramma wat cijfers aan die de significantie van het aanpakken van seksueel geweld duidelijk maken. Zo noemen ze bijvoorbeeld dat de helft van de vrouwen en één op de vijf mannen slachtoffer wordt van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Zij willen zich hiertegen verzetten “middels brede campagnes, het opvolgen van overheidsadviezen om dit een halt toe te roepen, het agenderen van misstanden, het confronteren met aannames en vooroordelen en het controleren van systemen.” Concreet willen ze dit doen als onderdeel van het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Dit programma zal niet alleen focussen op preventie, maar ook een aantal onderdelen wettelijk verankeren, “zoals vertrouwenspersonen en gedragscodes”.
Voor het behandelen van aangiften en “haatdelicten en strafbaar seksueel geweld” wil PvdA/GroenLinks investeren in politiecapaciteit en “Centra seksueel geweld en veilig thuis-huizen”. Hiermee hopen ze te bereiken dat er meer aandacht komt voor de slachtoffers. Ter preventie van seksueel overschrijdend gedrag in het bedrijfsleven moeten bedrijven vertrouwenspersonen aanstellen, een transparante klachtenprocedure opstellen en een veilige werkcultuur stimuleren. Tot slot willen ze een wettelijk kader bieden voor onderzoeksbureaus die onderzoek doen naar seksueel geweld of sociale veiligheid in opdracht van organisaties.
Het plan van het CDA om op te treden tegen seksueel misbruik is om na 2025 weer een nieuwe regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld aan te wijzen. Deze functie is door het kabinet in 2022 in het leven geroepen. Dit moet ervoor zorgen dat “er ook na 2025 breed ingezet blijft worden op preventie.” Ze spreken geen ambitie uit het huidige Nederlandse beleid te vernieuwen. Opvallend is hoe ze in hun beleid voor een veilige omgeving de uibuiting van sekswerkers benoemen: “We pakken de uitbuiting van vrouwen en mensenhandel hard aan, ook in de vergunde prostitutie.”
BBB heeft geen plannen over het voorkomen van seksueel geweld of over de hulp aan slachtoffers, maar presenteert wel ideeën over de strafmaat voor “ernstige gewelds- en zedenmisdrijven”. Ze willen daarvoor minimumstraffen invoeren, taakstraffen afschaffen en een verplichte tbs-behandeling voor daders van zedenmisdrijven. Verder willen ze een “‘driemaal is scheepsrecht’-principe invoeren, waarbij iemand die drie keer is veroordeeld voor een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf, waarop een straf hoger dan 4 jaar staat, een levenslange gevangenisstraf krijgt”.
VVD wil investeren in de aandacht voor “opsporing en vervolging van zedendelicten en communicatie richting slachtoffers”. Opvallend is dat zij ook “kinderlokken, zedencriminaliteit en kinderporno” meenemen. Dit willen zij samen met seksueel geweld aanpakken. De aanpak van de VVD zal een investering zijn in de “zedenpolitie en in slimme innovatieve oplossingen, waarbij slachtoffercoördinatoren van het OM, slachtoffers eerder en vollediger voorzien van informatie over de strafzaak.”
Discriminatie en racisme
Na de kinderopvangtoeslagenaffaire is de aandacht voor institutionele discriminatie en racisme gegroeid. Volgens de grondwet zijn we allemaal gelijk, maar in de praktijk wordt niet iedereen altijd gelijk behandeld, ook niet door de overheid. Van toeslagenouders die de overheid mede op basis van hun afkomst of nationaliteit als fraudeur bestempelde, tot institutioneel racisme bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. De politiek kan bijdragen aan een meer gelijkwaardige samenleving, maar heeft intern nog veel te doen. Hoe gaan de partijen dit probleem aanpakken?
BBB, VVD, CDA en NSC bespreken de aanpak van discriminatie het kortst in hun programma’s. CDA zegt alleen te willen dat discriminatie van LHBTI+ personen strafbaar wordt. BBB is van mening dat alle bevolkingsgroepen gelijk behandeld dienen te worden. Als er onderscheid tussen mensen gemaakt moet worden, zoals bij een sollicitatie of een woningtoewijzing, moet dat gebeuren op basis van kwaliteiten of urgentie.
Wat NSC zegt over discriminatie komt hier aardig mee overeen. Ze benadrukken artikel 1 van de Grondwet, het verbod op discriminatie, en tonen daarmee tegen alle vormen van discriminatie te zijn. VVD wil “haatzaaien of discrimineren” niet ondersteunen. Dit signaal willen ze afgeven door organisaties en bedrijven die hier aan bijdragen niet te subsidiëren. Deze aanpak willen ze ook gebruiken tegen LHBTI+ discriminatie.
Risicoprofielen
Nu de overheid steeds meer gebruik maakt van algoritmen en modellen bij het opstellen van beleid, is er meer aandacht voor de rol van data en het voorkomen van discriminatie bij het gebruik daarvan. Een aantal partijen presenteert daar hun ideeën over.
D66, PvdA/GroenLinks en Volt eisen dat de overheid beleid maakt om ervoor te zorgen dat alle overheidsinstanties en uitvoeringsorganisaties etniciteit en nationaliteit niet meer gebruiken in risicoprofielen. Hierbij maakt D66 ook duidelijk hoe zij dit voor zich zien. Alle fraudebestrijding moet volgens hen steekproefsgewijs gebeuren, zodat iemands achtergrond hier niet meer bewust of onbewust in meegenomen kan worden. Daarnaast gaan ze alle algoritmes van de overheid vóór gebruik laten controleren middels de “mensenrechtentoets” en deze “toets op vooroordelen” regelmatig herhalen.
PvdA/GroenLinks laat alle “overheidsinstanties stoppen met het gebruik van risicoprofielen en algoritmes die fraude, criminaliteit of ongewenst gedrag voorspellen”. De PvdD specificeert haar wensen voor het beleid omtrent risicoprofielen nog iets verder. Zo noemen ze heel gericht dat ze het verbod op etnisch profileren bij de Koninklijke Marechaussee en de politie willen uitbreiden. Ook vinden zij dat “preventief fouilleren etnisch profileren en stigmatiseren in de hand werkt”, dus staan ze dit niet langer toe.
Het NSC – opgericht door onder andere Pieter Omtzigt in de nasleep van de kinderopvangtoeslagenaffaire – schrijft niet dat ze risicoprofielen en modellen die fraude voorspellen willen verbieden of sommige data van gebruik willen uitsluiten. Wel willen ze dat de data en aannames waarop de modellen zijn gebaseerd transparant zijn. Daarnaast willen ze “een wetenschappelijke standaard over wanneer modellen gebruikt kunnen worden voor beleid en wanneer niet”.
Een juridische basis
Volt heeft een plan om discriminatie aan te pakken op meerdere vlakken. In eerste instantie willen ze dat discriminatiebestrijding een wettelijk vastgelegde positie krijgt. Hiervoor stellen ze een minister voor Discriminatiebestrijding, Inclusie en Gelijkwaardigheid aan die verantwoordelijk wordt voor de gelijkheid in wetten, maar ook voor gelijkheid op de werkvloer en in het publieke domein. Deze minister moet op de lange termijn ook de werkzaamheden van de nationaal coördinator van antisemitismebestrijding onder zich krijgen.
D66 wil iets soortgelijks, onder naam van een “Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme”, die een “meerjarig nationaal actieprogramma tegen racisme en discriminatie” zal leiden. Samen met de D66, willen ze alle diensten die tot de taken van de overheid behoren, het “eenzijdig overheidshandelen”, onder de Wet gelijke behandeling laten vallen. Dat zou betekenen dat het voor burgers makkelijker is om aanspraak te maken op deze wet, op het moment dat ze ongelijk behandeld zijn op basis van discriminatie. Op deze manier hopen ze te bereiken dat de aangiftebereidheid – hoeveel mensen na een meegemaakt delict daadwerkelijk aangifte doen – bij discriminatie omhoog gaat.
Deze aangiftebereidheid is een strategie die meerdere partijen in willen zetten om discriminatie tegen te gaan. D66 gaat een “antidiscriminatie loket” opzetten, wat de vorm aan moet nemen van het Juridisch loket. Ook willen ze campagnes opzetten om het bewustzijn te vergroten over “de impact van discriminerend gedrag”. Bij de politie in het bijzonder gaan ze “gespecialiseerde discriminatierechercheurs inzetten om de aandacht voor discriminatie bij het optreden van de politie, maar ook binnen hun eigen werkomgeving te verbeteren”.
De PvdD gaat aangiftebereidheid vergroten door geweld en discriminatie “centraal te registreren”. Daarnaast noemen zij, net als D66 en PvdA/GroenLinks, dat de sfeer binnen de politie een omslag nodig heeft. De politie moet werken aan “een veilige en inclusieve werkvloer. Machtsmisbruik, racisme en andere vormen van discriminatie binnen de politie en politievakbonden worden grondiger aangepakt. Er is geen plek bij de politie voor mensen die zich anti-rechtsstatelijk en discriminerend uiten.” Ook noemt de PvdD uitdrukkelijk dat BOA’s vrij moeten zijn om uiting te geven aan hun religie, bijvoorbeeld door het dragen van “een hoofddoek of keppel”.
Aan de andere kant zijn er partijen die zich richten op het harder straffen van delicten die worden gemeld. Volt wilt de straffen bij “discriminatoir gemotiveerde geweldsdelicten” verhogen. Ook D66 zegt dat “delicten met een discriminerende achtergrond sterker bestraft dienen te worden” en ze willen de “boete voor bedrijven die discrimineren in hun werving en selectie” verhogen. VVD zegt iets van dezelfde strekking, zij vinden dat “zwaardere straffen nodig zijn om een belangrijk signaal af te geven aan onze samenleving”. BBB sluit daarbij aan met het zwaarder straffen van discriminatie “tegen wie dan ook en om welke reden dan ook”.
Tot slot vinden PvdA/GroenLinks en D66 het belangrijk dat er ook verantwoordelijkheid bij bedrijven ligt voor een veilig werkklimaat. Er komt een meldplicht, die bedrijven dwingt om melding te doen op het moment dat ze discriminerende verzoeken ontvangen.
De overheid als rolmodel
Waar Volt, D66 en PvdA/GroenLinks het in ieder geval over eens zijn is dat de overheid het goede voorbeeld zal gaan geven in de strijd richting gelijkheid. Ze maken diversiteit, inclusie en sociale veiligheid een prioriteit in alle lagen van de Rijksoverheid en haar uitvoeringsorganisaties. Bijvoorbeeld door sollicitatiecommissies een gevarieerde samenstelling te geven, middels een “divers en inclusief beleid bij benoemingen”, of door de loonkloof te dichten.
In de samenwerking met dienstverleners of andere bedrijven eist D66 bijvoorbeeld, dat deze niet discrimineren of dat ooit gedaan hebben. Volt voegt daar aan toe dat ze ook onderzoek willen doen naar “institutioneel racisme binnen de overheid en uitvoeringsinstanties en publieke domeinen, zoals zorg, onderwijs en sport.” PvdA/GroenLinks vindt het belangrijk dat overheidsgebouwen ook voorop zullen gaan in een toegankelijke samenleving voor mensen met een beperking. Alle overheidsgebouwen en alle publieke ruimtes moeten rolstoeltoegankelijk gemaakt worden.
Jong geleerd, is oud gedaan
PvdA/GroenLinks geven een reeks plannen over de aanpak van en het lesgeven over discriminatie op scholen. Leraren worden opgeleid in het omgaan met diversiteit in seksuele geaardheid, genderidentiteit, geloof, huidskleur en beperking. Daarnaast zijn ze voor een “prominente rol” van burgerschap in het onderwijs om racisme, discriminatie en uitsluiting te voorkomen.
Volt wijst op racisme in kinderliederen, verhalen en leermiddelen die scholen een minder inclusieve omgeving maken. Ze willen “de risico’s- en vormen van racisme, discriminatie en uitsluiting op als onderdeel van de opleiding van docenten.” Ook steunen Volt en D66 een inclusief Sinterklaasfeest zonder zwarte pieten door alleen die feesten te subsidiëren. PvdD wil ten slotte “investeren in bewustwording en training” over alle vormen van discriminatie. Andere partijen buigen zich niet over deze onderwerpen.
Slotwoord
Uitgerust met alles wat je moet weten over de feministische plannen van de politiek, kan je weer wat wijzer de stemhokjes in. Om je wat meer richting te geven in welke partij er bij jouw feministische zelf past, kun je de Politieke Sekswijzer van Rutgers proberen. Deze stemwijzer geeft aandacht aan een aantal onderwerpen die wij ook gepresenteerd hebben. Als je je eerst nog wat meer wil laten informeren, kun je deel 1 en deel 2 van ons artikel lezen. Zeker in dit laatste deel waren de plannen die partijen presenteerden sterk uiteenlopend.
Er zijn, net als in de vorige delen, een aantal onderwerpen die niet precies onder te brengen waren in een van de gekozen categorieën. Diversiteit duikt op verschillende plekken op in alle partijprogramma’s, waardoor niet alles exact meegenomen is in deze artikelenreeks. Zo zijn er ook partijen die inclusie in de sport, uitgebreide Europese plannen en stagediscriminatie bespreken. Voor verdere verdieping is het dus altijd goed om het partijprogramma van de partijen waarin je geïnteresseerd bent er zelf bij te pakken.
Daarnaast is een belofte, natuurlijk nog niet een verzekering dat alle plannen ook werkelijkheid worden. Het enige wat we zeker weten is dat hoe meer stemmen een partij en hun (feministische) plannen krijgen, des te groter de kans dat het werkelijkheid wordt. Op naar de stembus dus!