✉️ info@feminer.nl

Seksuele straatintimidatie: “Het vreet aan mijn mentale gezondheid”

Home > Magazine > Seksuele straatintimidatie: “Het vreet aan mijn mentale gezondheid”
Seksuele straatintimidatie is sinds 1 juli 2024 strafbaar, maar dat betekent niet dat het probleem plotsklaps is verdwenen. Hoe is het om als vrouw te maken te krijgen met straatintimidatie, en wat doet dit met een mens?

Door Gastredactie

Dit artikel is geschreven door een gastredacteur. Heb jij een uniek perspectief dat Feminer nog niet eerder heeft belicht? Stuur ons via redactie@feminer.nl een korte introductie van jezelf en een opzet voor je stuk.

2 juni 2025

by | 2 juni 2025

Twee op de drie vrouwen en meisjes kregen volgens het CBS het afgelopen jaar te maken met intimidatie op straat. Het gaat dan om opdringerige en beangstigende opmerkingen, vaak seksueel getint. Seksuele straatintimidatie is sinds 1 juli 2024 strafbaar, maar dat betekent niet dat het probleem plotsklaps is verdwenen. Hoe is het om als vrouw te maken te krijgen met straatintimidatie, en wat doet dit met een mens? Marjo en Daimy maakten het mee. Zij vertellen hier hun verhaal.

 

Emma Kerssemeeckers

Emma Kerssemeeckers heeft journalistiek gestudeerd in Tilburg. Haar interesses in gelijkheid, diversiteit, taal en literatuur uit ze graag in geschreven woord. Als ze niet zelf aan het schrijven is, vind je haar meestal met haar neus in een boek.

Emma Kerssemeeckers

Emma Kerssemeeckers heeft journalistiek gestudeerd in Tilburg. Haar interesses in gelijkheid, diversiteit, taal en literatuur uit ze graag in geschreven woord. Als ze niet zelf aan het schrijven is, vind je haar meestal met haar neus in een boek.

Marjo (24 jaar)

Als ik de auto voor de derde keer zie, glijdt er een rilling over mijn rug. De benauwdheid van de zomerzon is er niets bij. De tijd staat stil, maar mijn voeten gaan vooruit. Niet stilstaan, dat valt op. Ik bestudeer de auto in de verte nogmaals, de verschoten rode kleur, de vettige achterruit, de manier waarop de bestuurder het voertuig nonchalant op de stoep heeft geparkeerd. Ik probeer het ontspannen gevoel van een paar minuten eerder weer terug te krijgen. De jongen achter het stuur gaf me tot twee keer toe voorrang bij het oversteken. Ik had vriendelijk gezwaaid als bedankje, de tweede keer moest ik zelfs lachen. Dat was toeval, toch? 

Maar nee. De straten rond mijn appartement bestaan uit eenrichtingswegen. Die jongen moet echt helemaal verkeerd zijn gereden, wil hij hier nu voor mij op de stoep staan. Ik adem een keer diep uit. Mijn appartement is hier op de hoek. Ik hoef alleen maar de rode auto te passeren, de hoek om te lopen, en de voordeur te ontgrendelen. Ik heb geen andere keuze dan er langs te gaan. Ik klem mijn schoudertas stevig tegen me aan. Hij voelt opeens ongemakkelijk zwaar, met de extra kleding en mama’s moussaka van gisteren. 

Mijn sleutelbos snijdt in mijn handpalm. Mocht hij uitstappen, dan kan ik mezelf nog verdedigen. De ruimte tussen de auto en de muur is smal. Als hij nu de passagiersdeur open gooit, sta ik klem. Het is nu of nooit. Ik versnel mijn pas en loop stug langs de auto. Ik kan het niet helpen, ik gluur toch even door het raampje. Gemillimeterd haar, een kort krullend baardje; ouder dan dertig kan hij niet zijn. De jongen kijkt de andere kant op, telefoon aan zijn oor. Zie je nou wel? Hij is gewoon verkeerd gereden. 

Als ik de hoek om ben, breng ik mijn sleutel naar de deur. Een ronkende motor die ik ondertussen maar al te goed ken, laat me schrikken waardoor ik het sleutelgat mis. De rode wagen komt met piepende remmen tot stilstand voor mijn appartement. Met een harde zwiep gooit de jongen de passagiersdeur open. 

‘‘Hé! Waar kan ik zo’n leuke meid als jij tegenkomen?” 

Shit. Heb ik dan toch iets gedaan wat de verkeerde indruk heeft gewekt? Misschien had ik niet moeten zwaaien. 

“Hier in de buurt, in de club? Kom je in de club?” 

Ik probeer mijn huissleutel te verbergen in mijn hand. Mijn hart slaat over en mijn brein draait overuren. Hij weet waar ik woon. Als ik nu naar binnen vlucht, weet hij waar ik woon. Kan ik doen alsof ik nog verder moet? Kan ik doorlopen en een paar andere straten inslaan? Hij blijft me dan sowieso achtervolgen. Een nog akeligere gedachte schiet door mijn hoofd: hoe lang volgt hij me eigenlijk al? 

“Hé! Een meisje zoals jij, waar kan ik die vinden?” 

“Nee, dankje,” weet ik over mijn lippen te krijgen. De jongen buigt zich verder voorover richting de passagierszijde om me aan te kijken. De grijns op zijn gezicht vertelt me genoeg over zijn intenties. 

“Kom op nou, waar kom ik jou nog eens tegen?”

“Ik heb een vriend.” De speelse blik op zijn gezicht slaat om in onweer. 

“Waarom zeg je dat dan niet gelijk!” schreeuwt hij. De dreiging in zijn stem laat me in elkaar krimpen. De jongen buigt zich over de passagiersstoel en trekt met geweld de deur dicht. Nog voordat ik kan voorspellen wat hij gaat doen, rijdt hij met piepende banden weg. Ik kijk verslagen om me heen, mijn handen trillen. 

“Wat was dat?” Een man van een jaar of zeventig met twee boodschappentassen in zijn handen komt vanaf de hoek van de straat naar me toegelopen.

 “O, uhm… Hij riep wat dingen naar me.” De man schudt bedenkelijk zijn hoofd. 

“Echt, de jeugd van tegenwoordig… Rustig aan hè.” 

Na die woorden vervolgt hij zijn weg naar de overkant van de straat. Ik aarzel niet langer en open de deur naar het appartement. Met snelle stappen ga ik de trap op. Eenmaal binnen laat ik mijn spullen op de grond zakken en adem ik diep uit. 

“Alles oké?” vraagt Vera. Ze zit aan de keukentafel over haar laptop gebogen en kijkt niet op. 

“Een man in een auto riep van alles naar me buiten, voor de deur.” 

“O?” Ze richt haar blik op de mijne. 

“Heftig. Niks gebeurd?” 

“Nee. Niks gebeurd. Ik ga even mijn vriend bellen.” 

Ik ga mijn slaapkamer in en laat me op mijn bed zakken. Ik staar uit het raam naar fel verlichte groene boomtoppen terwijl de beltoon over gaat. Ik moet vanmiddag nog naar de supermarkt, schiet me ineens te binnen.

Daimy (21 jaar)

Nog tien minuten voordat de Jumbo sluit. Ik zet mijn fiets op slot in het fietsenrek op de parkeerplaats en trek de rits van mijn jas nog verder omhoog, alsof deze verder sluit als ik er maar vaak genoeg aan trek. Normaal zou ik rond dit tijdstip mijn fiets hier parkeren en naar mijn appartement aan de overkant van de straat lopen, maar ik loop nu in tegengestelde richting naar de verlichte ingang van de supermarkt. Snel even in en uit voor een magnetronmaaltijd, zo gepiept. Ik ben bijna bij de schuifdeuren als een man voor me stil blijft staan. 

Ik kijk een beetje verschrikt op, in mijn haast had ik hem niet zien aankomen. Zijn donkere ogen staan strak op mij gericht. Ik geef hem een kort ongemakkelijk lachje en probeer langs hem te gaan, maar daar staat opeens een tweede man. Voor ik het weet kan ik hem ook niet meer passeren en ben ik omringd door een muur van vier lange en stevig gebouwde figuren. 

“Sorry, ik moet –,” maar ik krijg mijn zin niet afgemaakt voor er over me heen wordt gepraat. 

“Wat ben jij een mooie meid,” klinkt het voor me. “Wat doe je hier zo in je eentje?” 

Ik probeer mijn ademhaling rustig te houden en kijk de mannen met een zo kalm mogelijke blik aan. Voor één tel twijfel ik wat ik moet doen. Zal ik vragen of ik er langs mag? De uitstraling van de mannen voelt gespannen. Nee, ik kom hier niet met een gemakkelijk smoesje weg. Ik kan beter meepraten en ze zo langzaam afwimpelen. 

“Wat doe je hier in je eentje mooi meisje?”

“O, ik ga even avondeten halen.”

De mannen stoten elkaar grijnzend aan. 

“Zo laat nog? Half zes is toch normale etenstijd?” 

Er is geen tijd om goed na te denken. Ze verwachten antwoorden, wie weet wat ze doen als ik niet meewerk. Het is nog vroeg op de avond, maar wat houdt ze tegen om me niet achter de winkel te slepen om me daar te verkrachten? Nee. Ik moet dit gesprek gaande houden, hier, recht voor de deur van de Jumbo. Misschien ziet iemand dat ik in de problemen zit en komt diegene me helpen.

“Ja, ik kom net van mijn werk zie je, ik heb nog niet gegeten.”

“Waar werk je?” Ik kan het koude weer niet genoeg bedanken op dit moment. Mijn dikke

winterjas verbergt het logo van mijn Trekpleister-shirtje. Oké, ik moet iets bedenken wat een leugen is, maar zo dicht bij de waarheid zit dat ik het met zelfvertrouwen kan zeggen.

“Bij Kruidvat.”

De man recht voor me kijkt over mijn schouder en geeft een knikje met zijn kin naar de

winkel recht onder mijn appartement. “Daar?”

“Nee, in het centrum. Ik ga met de fiets.” Ze moeten me wel aan hebben zien komen

aangezien ze me zo precies moeten hebben. Ik scan het gezicht van de man voor me en zie dat hij het gelooft.

“Kom je hier vaker alleen? Hoe heet je?”

Ik besluit mijn tweede naam te noemen.

“Ben je single?” Een vraag die ik wel vaker op straat krijg. Meestal voel ik me wel op mijn

gemak om de waarheid te vertellen. Ja, ik heb een vriend, en laat me nu met rust. Maar deze vier mannen voor me? Dat gaan ze nooit accepteren, niet nu ik het gesprek zo lang gaande heb gehouden.

“Ja”, lieg ik. Vier grijnzen omringen me. Ik verberg mijn trillende handen in de mouwen van mijn jas.

“Wat, zo’n mooi ding als jij? Hoe dan? Ben je op zoek naar iemand?” Dit duurt te lang. Dit

duurt veel te lang. Ik probeer langs de mannen te kijken om te zien of er iemand de winkel uitkomt, maar zo dicht bij sluitingstijd gebeurt er niet veel.

“Meisje, ben je op zoek naar iemand? Wij kunnen je wel helpen.” Ik weet niet meer wat ik kan zeggen zonder dat het gesprek escaleert. Ik weet het niet meer. Dan trilt mijn telefoon luid in mijn hand. Ik breng het scherm naar mijn gezicht en zie een oproep van mijn vriend. We bellen altijd ’s avonds, maar ik kan wel huilen dat hij vandaag eens vroeger belt dan anders. Zonder aarzeling neem ik op.

“Sorry, ik word gebeld,” zeg ik tegen de mannen, waarna ik me tussen hen door duw en de winkel met snelle stappen in loop. Ik durf niet achterom te kijken, maar ik hoor ze me niet volgen.

“Wat moet ik nu doen?” stamel ik terwijl ik mijn vriend met trillende stem uitleg wat er zojuist gebeurd is.

Ik besluit met hem aan de lijn te blijven en via de achterkant de winkel te verlaten. Dat

betekent vijf minuten omlopen, maar alles beter dan die mannen opnieuw zien en het risico lopen dat ze te weten komen waar ik woon. Thuis warm ik mijn eten op maar het smaakt me niet. Als ik in bed kruip, duurt het uren voordat ik het incident genoeg naar de achtergrond kan drukken om in slaap te vallen. 

De maanden erna kom ik de groep nog regelmatig tegen. Ze spreken me nog eens aan bij de Jumbo, waardoor ik besluit om mijn fiets ergens anders te parkeren en boodschappen te doen bij mijn werk in de buurt. Als ik wel noodgedwongen naar de Jumbo moet, vraag ik een huisgenoot om mee te gaan. Ik durf hen niet uit te leggen waarom. De man die mij als eerste aansprak kom ik daarentegen ook in zijn eentje tegen, waarbij hij dingen naar me roept. Ik ben ervan overtuigd dat hij weet in welk complex ik woon. 

Ik kom minder buiten. Ik weet dat dat niet goed is en dat het vreet aan mijn mentale gezondheid, maar alles beter dan een van die mannen zien. Het liefst zou ik de hele wijk ontwijken, maar ik woon er nu eenmaal. Van een vriendin hoor ik dat in haar appartement aan de andere kant van de stad een woonplek vrijkomt. Ik aarzel niet en neem de kans met beide handen aan. Ik kan niet wachten om hier weg te gaan.

Stop straatintimidatie

Lieke Gaminde is voorzitter van Stop Straatintimidatie, een organisatie die belangen behartigt van slachtoffers. Volgens haar zijn er twee soorten straatintimidatie: discriminerende straatintimidatie, bijvoorbeeld gericht op vrouwen met een hoofddoek of mensen uit de queer community, en seksuele straatintimidatie, seksueel getinte en opdringerige opmerkingen naar vrouwen en meisjes. 

Kenmerkend aan straatintimidatie is dat het meestal indringend, opdringerig en beangstigend is. “In sommige gevallen worden vrouwen direct uitgescholden of seksueel benaderd. Maar op andere momenten wordt seksuele straatintimidatie afgedaan als toenadering zoeken of flirten”, vertelt Gaminde. “Wat straatintimidatie kenmerkt, is dat er over iemands grens heen wordt gegaan, ook als de dader ziet of hoort dat de ander geen interesse heeft. ‘Wat zie je er goed uit’ wordt ‘mag ik je telefoonnummer?’ en vervolgens ‘Waarom niet? Heb je dan een vriend? Waarom doe je zo moeilijk?’ Dat opdringerige gedrag maakt het intimidatie.” 

Dat een toenaderingspoging onschuldig begint, betekent niet dat de daders onschuldig zijn. “Vaak genoeg weten ze heus wel dat zij grenzen overgaan of dingen roepen die beledigend en intimiderend zijn. En alleen nee zeggen is niet altijd genoeg. Soms trekken daders zich pas terug wanneer er gezegd wordt ‘ik heb een vriend’.”

Wat seksuele straatintimidatie kenmerkt als intimidatie, is dat er toch een grens over wordt gegaan.

Vanaf het moment dat meisjes in de puberteit komen en alleen over straat gaan, krijgen zij te maken met seksuele straatintimidatie. “Dat kan al vanaf een jaar of 12 zijn,” vertelt Gaminde. “Als vrouwen de dertig naderen, wordt het vaak minder, al verdwijnt het niet. Dat maakt het ook zo erg juist, dat meisjes al vanaf zulke jonge leeftijd zich onveilig kunnen voelen op straat. Als je jong bent kan het bijna dagelijks gebeuren.”

De impact

De psychologische impact van seksuele straatintimidatie moeten we niet onderschatten volgens Gaminde. “Je onveilig voelen op straat zorgt voor een enorme mental load, nog voor je ook daadwerkelijk de deur uit bent. ‘Doe ik hakken aan? Maar dan krijg ik misschien opmerkingen en wat als ik moet wegrennen van iemand? Dan kan ik ze beter meenemen in mijn tas en op locatie verwisselen. Wat is veiliger, de fiets of de bus?’ 

Er gaat vaak een heel denkproces aan vooraf. Als je dan eenmaal buiten bent, komen er weer nieuwe overwegingen: ‘is het wel verstandig om deze route te nemen, of liever eentje met meer lantaarnpalen? Daar staat een groepje jongens, laat ik oversteken en de andere kant opkijken zodat ze zien dat ik geen interesse heb’. Dat laatste vind ik iets heel subtiels, wat tegelijkertijd heel veel zegt: je bent niet eens vrij om te kijken naar wat je wil omdat er negatieve gevolgen aan kunnen hangen.” Het vermijden van seksuele straatintimidatie kan volgens Gaminde uitlopen tot het vermijden van sporten of sociale bijeenkomsten, en in ernstige gevallen zelfs werk of school.

Je onveilig voelen op straat zorgt voor een enorme mental load, nog voor je ook daadwerkelijk de deur uit bent.

Strafbaarheid

Sinds 1 juli 2024 is seksuele straatintimidatie strafbaar. “Wat ik heel belangrijk vind, is dat in de wet duidelijk staat dat het niet gaat om of het slachtoffer de intimidatie als intimidatie ervaart, maar om of wij het gedrag van de dader als samenleving ‘normaal’ vinden”, vertelt Gaminde. “Veel vrouwen willen zichzelf niet bestempelen als slachtoffer: als iemand ze op straat uitscheldt voor hoer en ze een tik op de billen geeft, zeggen ze vaak dat ze zich er niks van aantrekken.” Maar toch zorgen die daden vaak voor diepgewortelde ongemakkelijkheid of angst. Nu wordt de dader aangepakt vanwege zijn foute gedrag, zonder dat het uitmaakt hoe een slachtoffer erop heeft gereageerd. 

Wat de wet wel moeilijk maakt is dat het juridisch lastig te onderbouwen is dat iets kwetsend of beangstigend is. Maar een pilot door de gemeenten Utrecht, Rotterdam en Arnhem heeft aangetoond dat naast politie ook boa’s deze wet kunnen handhaven. Er zijn tijdens die pilot verschillende proces-verbalen van incidenten opgesteld en goedgekeurd, waardoor daders daadwerkelijk een boete hebben gehad. Ondertussen hebben meerdere gemeenten boa’s toestemming gegeven om hierop te mogen handhaven. “Net als afvaldumping of verkrachting is seksuele straatintimidatie niet even makkelijk om te handhaven,” aldus Gaminde, “maar zou dat betekenen dat we het allemaal maar legaal moeten maken, terwijl het tegen ons moraal in gaat?” En daarbij werken de boetes ook symbolisch. 

Volgens Gaminde zorgt het voor bewustwording en daardoor wordt er veel meer over gesproken. “Vóór de invoering van de wet lazen we onder nieuwsartikelen over straatintimidatie vaak reacties als ‘die vrouwen moeten zich niet zo aanstellen’. Maar nu er geschreven wordt over veroordelingen, lezen we opeens reacties als ‘honderd euro boete? Dat is veel te weinig’.” Er is een dialoog in de samenleving geopend, en ondanks dat er nog veel moet gebeuren om deze culturele verandering te voltooien, nemen we langzaam stappen in de goede richting.

Seksuele straatintimidatie is niet makkelijk te handhaven, maar zou dat betekenen dat we het allemaal maar legaal moeten maken, terwijl het tegen onze moraal in gaat?

  • Gastredactie

    Dit artikel is geschreven door een gastredacteur. Heb jij een uniek perspectief dat Feminer nog niet eerder heeft belicht? Stuur ons via redactie@feminer.nl een korte introductie van jezelf en een opzet voor je stuk.

    Bekijk Berichten

by | 2 juni 2025

Meer zoals dit

Zoek artikelen

Vers van de pers

Liever politiek gekleurd dan kleurloos feminisme

Liever politiek gekleurd dan kleurloos feminisme

Feministische idealen zijn inherent politiek. Daarom is het, in een politiek tijdperk waarin de gelijkwaardigheid van vrouwen onder druk staat, belangrijk om vanuit intersectioneel feminisme de politiek te bekritiseren.

We houden je graag op de hoogte, dus volg ons vooral op de socials!