Wie vroeger fan was van shows als Criminal Minds en NCIS kan zich misschien nog de slimme en gevatte vrouwelijke hackers als Penelope en Abby voor de geest halen. Met hun computerkennis wisten ze vaak nét de juiste clue te achterhalen die hun teams naar de misdadigers leidde. In het echte leven zien we daarentegen maar betreurend weinig vrouwen in de tech-sector; slechts zo’n 14% van alle personen die werkzaam zijn in een technisch beroep is vrouw. Bovendien verlaten veel vrouwen deze sector na een aantal jaar.
Feminer bespreekt met Chantal Schinkels, auteur van het boek ‘De IT Girl’, waarom de tech-sector zijn vrouwelijk talent niet weet te behouden en hoe we dit kunnen oplossen. Maar eerst: een geschiedenislesje. Want wist je bijvoorbeeld dat programmeren van huis uit een vrouwenbaan was?
De ‘Computer Girls’
De allereerste computerprogrammeur ooit was Ada Lovelace (dochter van Lord Byron, de Engelse dichter), geboren op 10 december 1815. Ada was een visionaire vrouw, ongeveer 100 jaar voor de uitvinding van de eerste computer schreef zij namelijk al het eerste computerprogramma. Ook werd de programmeertaal ADA naar haar vernoemd, die in 1979 werd ontwikkeld door het Amerikaanse Ministerie van Defensie.
In haar tijd was Ada een van de weinige vrouwen die zich kon focussen op techniek, maar de komst van de industriële revolutie bracht hier verandering in. Steeds meer vrouwen kwamen bijvoorbeeld tijdens hun werk in de fabrieken in aanraking met de industriële machines, maar ook op kantoor voerden ze tech savvy werkzaamheden uit. Zo was in 1900 ongeveer 80% van alle telephone operators vrouw, en tijdens de Tweede Wereldoorlog werden vrouwen aangemoedigd om te komen werken als ‘menselijke computers’. Deze vrouwen voerden handmatig de berekeningen uit die nodig waren voor de oorlogvoering.
Een zestal van deze vrouwen werd in 1945 gerekruteerd door het Amerikaanse leger om te werken aan een machine die ballistische tabellen kon produceren. Dit was de eerste echte elektronische en programmeerbare computer, die de ‘menselijke computers’ moest vervangen. Deze zes vrouwen worden the ENIAC girls genoemd en zij zijn van revolutionaire betekenis geweest voor de ontwikkeling van de computerwetenschappen.
Na de Tweede Wereldoorlog waren het vooral vrouwen die het werk van de ENIAC girls voortzetten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het schrijven van programmeertalen en codes. Als de Cosmopolitan het in een artikel uit 1967 heeft over ‘the age of the Computer Girls’, staan publicaties snel vol met glamoureuze advertenties die tech-banen neerzetten als vrouwenwerk. De hedendaagse computerwetenschap hebben we dus te danken aan de vrouwen uit de twintigste eeuw.
Waar macht is, zijn mannen
Maar hoe komt het dat dit imago daarna zo is veranderd? Je raadt het misschien al: beeldvorming. Door de opkomst van de persoonlijke computer begon in de jaren ‘70 geek culture een opmars te maken. De traditionele geek was een computernerd die fan was van sci-fi films, games en boeken over ruimteoorlogen, wapens, en gevechten – dat waren immers geen interesses voor een keurige dame. Het is dan ook niet gek dat de maatschappelijke associatie ten aanzien van computers begon te veranderen. De perceptie begon te verschuiven, er ontstond een stigma dat voorschreef dat vrouwen niet goed waren in wiskunde en wetenschap. En als ze carrièregeoriënteerd waren, kregen ze het al helemaal te verduren. Destijds werd dit soort vrouwen eerder een ‘oude vrijster’ dan een ‘powervrouw’ genoemd.
Daarnaast begonnen industrieën en overheden in te zien hoe machtig computers waren. Vrouwen werden als gevolg daarvan uit hun programmeerposities gezet en mannen namen hun plek in, met beter betaalde banen en hogere functies van dien. Waar het bemannen van een computer eerst werd gezien als mindergewaardeerd secretaressewerk, werd het nu een baan van aanzien. Aan het einde van de 20e eeuw was het werkveld gedomineerd door mannen, en werden vrouwen uit de tech-geschiedenis geschreven alsof ze er nooit waren geweest.
De ‘IT girl‘
Hoewel er in de 21e eeuw hard wordt gewerkt om de genderkloof in de techsector te dichten, is het tijdperk van the Computer Girls in de vergetelheid geraakt. Iemand die zich hard maakt voor verandering van deze status quo, is Chantal Schinkels. Haar boek ‘De IT Girl – hoe overleef je een door mannen gedomineerde werkvloer?’ gaat in op scheve genderverhoudingen in de techsector en legt bloot welke processen hierachter schuilgaan. Daarnaast staat het werk vol praktische tips die vrouwen, hun mannelijke collega’s én de sector als geheel kunnen gebruiken om beter om te gaan met de situatie. Zelf heeft zij al 10 jaar ervaring in de e-commerce en geeft ze trainingen en lezingen over het onderwerp.
In je boek schrijf je over de moeilijkheden waar vrouwen mee te maken krijgen op de werkvloer in de tech-sector. Heb je hier zelf ook last van gehad?
‘‘Ja, dat is ook de inspiratie voor mijn boek geweest. Zo merkte ik bijvoorbeeld dat ik minder betaald werd dan een mannelijke collega. Deze collega werkte er minder lang en had minder ervaring dan ik, dus daar wond ik me over op. In eerste instantie heb ik een tijdje gedacht dat het aan mezelf lag, dat het werk dat ik leverde misschien niet goed genoeg was, tot ik na een tijdje de patronen begon te herkennen. Ik hoorde veel verhalen van vrouwen om mij heen die met dezelfde problemen kampten, en besloot dat deze verhalen verteld moesten worden.’’
Je bent eigenlijk altijd ‘te’ iets. Te direct, te emotioneel, men weet niet hoe ze met je moeten omgaan omdat je een vrouw bent.
Wat voor dingen maakten zij dan mee?
‘‘Naast dat er dus sprake is van een loonkloof, wordt er op de werkvloer ook anders naar vrouwen gekeken. Je bent eigenlijk altijd ‘te’ iets. Te direct, te emotioneel, men weet niet hoe ze met je moeten omgaan omdat je een vrouw bent. In je personeelsdocumentatie wordt dan bijvoorbeeld gezet dat je ‘agressief’ bent, waar er bij een man misschien staat dat hij ‘assertief’ is. Ook als je dus wisselt van functie, of er komt een nieuwe manager, draag je dan meteen die stempel met je mee.
Daarnaast zijn veel van de managers mannen, en het is voor vrouwen lastig om echt een connectie met hen te maken. Zeker bij veel jonge, hippe fintech start-ups hangt er een bepaalde cultuur waarbij de mannen gezellig na werk met elkaar een biertje gaan doen of samen gaan sporten. Voor vrouwen is het lastig om hier tussen te komen. Uit angst voor me too-taferelen benaderen sommige mannen vrouwen helemaal niet in de persoonlijke sfeer, waardoor die vrouwen dus vanaf de zijlijn moeten meekijken. In combinatie met het feit dat je dan ook nog minder betaald krijgt dan die mannelijke collega, kan dat er echt voor zorgen dat je je minderwaardig voelt. Toch is het heel belangrijk dat je je bewust bent van deze processen en dit dus juist niet op jezelf gaat betrekken, al is dat soms lastig.’’
Het is in ieder geval van belang dat vrouwen elkaar ook ondersteunen, met een krabbenmand komt niemand verder
Dat klinkt inderdaad als een ongezellige bedoeling. Maar hoe overleef je dat dan?
‘‘Kijk, je moet het eigenlijk zo zien. Dat vrouwen het in de tech-sector moeilijk hebben, betekent niet dat het ook hun probleem is om op te lossen. Verandering teweeg brengen doe je met z’n allen, maar Rome is niet in één dag gebouwd. Tot die tijd is er dus wel een aantal trucjes die je kunt toepassen om je positie te versterken. Zo is het ten eerste heel belangrijk om je zichtbaarheid te vergroten. Neem bijvoorbeeld het woord tijdens vergaderingen en laat je kennis zien. Doe dit bovendien niet alleen intern binnen je bedrijf, maar ook naar buiten toe. Schrijf bijvoorbeeld blogs en laat zien dat jij echt een waardevolle toevoeging bent aan het bedrijf. Vrouwen hebben de neiging om bescheidener en ingetogen te zijn dan mannen, maar het is belangrijk om jezelf op de kaart te zetten.
Daarnaast is het ook heel waardevol om jezelf te omringen met medestanders en een goed netwerk op te bouwen; de kracht van gelijkgestemden kan je veel brengen. Er zijn veel initiatieven waarbij vrouwen uit deze sector samenkomen om met elkaar te sparren, dus vind er eentje die bij je past. Ook kun je op zoek gaan naar een mentor die meer ervaring heeft met werken in tech, zowel binnen als buiten je eigen bedrijf. Het is in ieder geval van belang dat vrouwen elkaar ook ondersteunen, met een krabbenmand komt niemand verder. Mensen gaan er vaak vanuit dat twee vrouwen meteen vriendinnen moeten worden, puur omdat ze de enige vrouwen zijn die op een bepaalde afdeling vol mannen werken. Dat is echt niet nodig, maar je kunt elkaar wel helpen, natuurlijk.’’
En welke rol ligt daar voor de bedrijven?
‘‘Eigenlijk moeten vooral managers het goede voorbeeld geven. Dat lijkt een inkoppertje, maar dat wordt weinig gedaan. Als er een nieuwe vrouw komt werken, moet je haar dus niet voorstellen met hoeveel kinderen ze heeft, maar met waar haar kwaliteiten liggen. Of vraag niet alleen de mannen mee om te gaan squashen, maar ook de vrouwen. Het zit ‘m in zulke kleine dingen, die micro-revoluties brengen verandering teweeg. Je wil uiteindelijk iedereen meehebben, en dat doe je niet door als een olifant door de porseleinkast te walsen.
We moeten namelijk ook niet vergeten dat mannen eigenlijk ook een beetje bang zijn voor verandering. Veel mensen zien de gelijkheidsschaal als een taart met stukjes die je kunt uitdelen. Als vrouwen een groter stuk van de taart krijgen, moeten mannen daarop inleveren. Maar dat is helemaal niet het geval; het feit dat er meer kansen komen te liggen bij vrouwen, betekent niet dat ze worden afgenomen van mannen. Mannen moeten eigenlijk ook beseffen dat er juist veel voordelen zijn aan meer vrouwen in de tech, en dat verandering dus ook voor hen voordelig is.’’
Je wil uiteindelijk iedereen meehebben, en dat doe je niet door als een olifant door de porseleinkast te walsen
Als je het hebt over de voordelen aan meer vrouwen in tech, aan wat voor soort dingen moet ik dan denken?
‘‘De eerste reden is eigenlijk gewoon bedrijfseconomisch. De omzet verhoogt namelijk als er meer vrouwen werken in een tech-bedrijf. Meer vrouwen betekent meer geld. Simpele rekensom, toch? Je begint die omzetstijging overigens wel pas te zien vanaf wanneer 30% of meer van de werknemers vrouw is.
Daarnaast komt een gebrek aan diversiteit de innovatie en creativiteit niet ten goede. Zo kun je bijvoorbeeld dingen missen bij productontwikkeling omdat je de vrouwelijke blik mist. Ook in het kader van de technologische ontwikkeling is het heel belangrijk dat er vrouwen aan de tekentafel zitten. Vaak is namelijk ‘de man’ het uitgangspunt bij veel proeven, maar dit kan hele schadelijke gevolgen hebben. Denk bijvoorbeeld aan medicijnen, waar een vrouwenlichaam anders op kan reageren, of het feit dat vrouwen een verhoogde kans hebben op letsel in een auto-ongeluk omdat de testdummy’s (en dus autostoelen en -riemen) gemaakt zijn op basis van een mannenlichaam. In dit soort situaties is het heel belangrijk dat vrouwen mee kunnen denken en een bijdrage kunnen leveren.
Bovendien is de wereld aan het veranderen. Als je een toekomstbestendig bedrijf wil, moet je nu eenmaal meeveranderen. Jonge mensen hebben andere normen en waarden, en zij zijn uiteindelijk degenen die de arbeidsmarkt gaan overnemen. Voor bedrijven is het dan ook belangrijk om in te spelen op hun behoeftes, waar gelijkheid tussen mannen en vrouwen er misschien wel ééntje van is.’’