Wijkagent Grace Henriquez: “Werken als politieagent zit niet bepaald in de top 10 van autisme-vriendelijke banen.”

Home > Magazine > Rolmodellen > Wijkagent Grace Henriquez: “Werken als politieagent zit niet bepaald in de top 10 van autisme-vriendelijke banen.”
autisme
Wijkagent Grace Henriquez combineert haar baan als motor- en wijkagent met een andere, persoonlijke uitdaging: autisme.

Door Salomé Tans

Salomé doet een master Civiel recht in Leiden, wat ze combineert met het redactiewerk binnen Feminer. Haar passie voor taal en feminisme zet ze in om de onderliggende processen in de samenleving te begrijpen én bloot te leggen.

21 februari 2022

door | 21 februari 2022

Je kunt er tegenwoordig niet meer omheen: iedereen heeft wel wat. Eerst schoten de diagnoses voor ADHD omhoog; nu lijkt de rest van het spectrum te volgen, zoals autisme. Is dit overbodig geklets over diversiteit? Nee hoor. Er wordt namelijk pas sinds 10 jaar (!) echt onderzoek gedaan naar autisme bij vrouwen. Daarvoor werden er nauwelijks vrouwen mee gediagnosticeerd, omdat autisme ‘typisch mannelijk’ zou zijn. Dit bewijst maar weer dat óók de medische wereld doordrenkt is met seksistische aannames, waar vrouwen uiteindelijk de dupe van zijn.

Gelukkig zijn er ook heel veel vrouwen die ondanks – of misschien wel dánkzij – hun autisme floreren. Maar hoe gaan zij hiermee om, terwijl de wereld nauwelijks op de hoogte is van hun bestaan? Feminer sprak wijkagent Grace Henriquez, die werkzaam is in Utrecht Centrum, over haar ervaring met autisme op het werk. 

Ik bel Grace terwijl ze dienst heeft en op haar motor door het centrum van Utrecht rijdt. Op de achtergrond hoor ik straatgeluiden en, af en toe, een collega uit de portofoon die een onnavolgbare mededeling doet. Als totaal onbekende in de politiewereld wil ik eerst graag weten wat Grace precies doet als wijkagent. 

U bent zowel motor- als wijkagent. Wat is het verschil tussen deze functies?

“Als motoragent werk je in principe alleen en kom je als eerste persoon aan op een plek. Vervolgens los je het probleem op. Als wijkagent wil je de problematiek in kaart te brengen die op de langere termijn speelt. Je gaat echt in gesprek met burgers, in plaats van dat je aankomt en slechts het probleem oplost.”

Uw werk is dus in een zekere zin moeilijker dan dat van een ‘normale’ politieagent.

“In je eentje werken is binnen de politie inderdaad het eerste waarmee je kunt laten zien dat je groei doormaakt. En in een druk district als Utrecht centrum is dat al helemaal uitdagend. Ik heb mezelf dus echt moeten bewijzen voor deze functies. Wel heb ik heel bewust gekozen voor die specialisaties, vanwege de extra uitdaging. Wanneer je alleen werkt, kun je niet leunen op je maatje. Je moet alleen optreden en wordt daarmee gedwongen om slimmer na te denken over situaties.”

Extreem mannelijk brein

In 2002 dacht hoogleraar Simon Baron-Cohen nog dat mensen met autisme een ‘extreem mannelijk brein’ zouden hebben. Dat houdt in: systematisch denken en geen empatisch vermogen hebben. Het inbedden van dit soort seksistische ‘feiten’ in de medische wereld schaadt vrouwen. Lange tijd werden vrouwen namelijk helemaal niet gediagnosticeerd.

Nu gebeurt dat wel, maar vaak pas na een lang traject met soms verkeerde diagnoses (onder andere een persoonlijkheidsstoornis, angststoornis, depressie en ADHD). De vrouwen die zelf vermoeden autisme te hebben, worden simpelweg niet geloofd door hun therapeut of omgeving. Wat hierbij niet helpt, is dat autisme er ook anders uitziet bij mannen en vrouwen. Vrouwen kampen vaak met depressie- en/of angstklachten; mannen hebben meestal gedragsproblemen vergelijkbaar met ADHD.

Hoe is de diagnostisering van autisme bij u verlopen?

“Ik kwam er pas op latere leeftijd achter dat ik autisme had. Dat is nu ongeveer zes jaar geleden. Ik was altijd redelijk slim, kon prima meekomen met alles en ging dus gewoon studeren. Maar ik had altijd het gevoel dat ik anders was – al herkende ik mezelf ook weer niet als een ‘Rain Man. Maar ik kon mijn vinger er niet op leggen, en daarom liet ik het zitten. Ik dacht, iedereen heeft wel wat. Maar in de loop der tijd frustreerde het me steeds meer dat ik wat betreft intellectuele capaciteiten mee kon komen, maar op sociaal-emotioneel vlak achterbleef op leeftijdsgenoten. Toen heb ik me laten testen en kwam autisme eruit.”

Dat klinkt als een makkelijke diagnostisering.

Dit zeg ik met het oog op de verkeerde diagnostiseringen waar vrouwen jarenlang mee rondlopen. Ik noem wat voorbeelden en Grace vult dit aan: ‘…En depressie.’

“Klopt. Ik moest mezelf wel echt even herontdekken na zo’n label, maar vond ik dat ook fijn. Ik hoefde niet meer mijn best te doen om erbij te horen, dat was zó vermoeiend! Nu geef ik aan wat ik wel en niet kan; dat zorgt voor meer begrip van mensen om mij heen.”

Rain Man (1988)

De film Rain Man was baanbrekend: voor het eerst liet een Hollywood-film een autistische hoofdpersoon zien. Het overheersende beeld van mensen met autisme werd grotendeels door deze film gevormd: een man die hyperintelligent is, een obsessieve hobby heeft en nauwelijks sociale vaardigheden heeft. Acteur Dustin Hoffman kreeg er een Oscar voor.

De invloed van de film was indrukwekkend, en werd later het ‘Rain Man-effect’ genoemd. Rain Man zorgde voor een plotselinge interesse in autisme, wat tot gevolg had dat er veel meer mensen werden gediagnosticeerd. Destijds werd de acteerprestatie van Hoffman lovend ontvangen – hoe een neurotypisch persoon zó overtuigend iemand met autisme kon spelen. 

Tegenwoordig is men veel kritischer over Hoffmans personage. Het zou stereotypering in de hand helpen, en ronduit een verkeerd beeld schetsen van mensen met autisme. Veel autistische mensen vinden het personage stigmatiserend, omdat ze zich er totaal niet in herkennen. De meeste mensen met autisme zijn helemaal niet hyperintelligent, en missen veel van de ‘extreme’ gedragskenmerken die het personage heeft. Mensen met autisme zijn in werkelijkheid niet heel ‘anders’ dan Rain Man suggereert. 

Waar had u moeite mee?

“Vooral met het sociale aspect. Ik geef het voorbeeld van een teamuitje dat de hele dag duurt, waarna iedereen na blijft kletsen in een café. Daar wordt harde muziek gedraaid en praat iedereen door elkaar heen. Daar ga ik niet zo goed op, dus ik ben dan altijd de eerste persoon die weggaat. Dat soort situaties vond ik altijd heel lastig, omdat ik bang was dat mensen het mij kwalijk zouden nemen. Nu weet iedereen waarom ik eerder weg ga, en dat brengt veel rust.” 

Ik snap dat het label ‘autisme’ in dat soort situaties handig kan zijn. 

“Ja, maar je moet er wel correct mee omgaan natuurlijk. Autisme is geen kaart die je continu uit je broekzak kunt trekken in moeilijke situaties – zo werkt het leven niet. In welke mate iemand afhankelijk is van die kaart, is denk ik gerelateerd aan de cognitieve capaciteiten die iemand heeft. De maatschappij kan best complex zijn, en wanneer je cognitief sterk bent kun je nu eenmaal verder komen.”

Hoe bedoelt u dat precies?

“De maatschappij gaat heel erg snel en er wordt veel van je verwacht. Als je jezelf trucjes kunt aanleren om toch een beetje fatsoenlijk mee te komen, dan gaat het goed. Maar mensen die cognitief minder sterk zijn kunnen dat niet – dan wordt het moeilijk en voel je je onbegrepen.” 

Autisme is geen kaart die je continu uit je broekzak kunt trekken in moeilijke situaties – zo werkt het leven niet

Camoufleren kan je leren

Een veelvoorkomend bijproduct van autistische vrouwen is het zogenaamde ‘camoufleren’. Volgens de Nederlandse Vereniging voor Autisme betekent dit dat mensen hun autismekenmerken in sociale situaties proberen te verbergen. Voor vrouwen in het bijzonder komt dit erop neer dat ze sociaal gedrag aanleren en nabootsen, in plaats dit gedrag aan te voelen. 

Autistische mannen hebben hier veel minder last van, simpelweg omdat ze minder sociaal hoeven te zijn. Niemand kijkt raar op van een jongetje dat in zijn eentje speelt. Maar vanaf jonge leeftijd wordt er al van meisjes verwacht dat ze samen in de poppenhoek spelen. Deze verwachting zorgt (onbewust) voor een immense culturele druk voor vrouwen om zich hiernaar te gedragen. Als het erop aankomt, hebben autistische vrouwen over het algemeen meer sociale vaardigheden dan mannen.  

Voor vrouwen met autisme kan dit erg schadelijk zijn. Ze functioneren weliswaar goed, maar onder de oppervlakte is het dagelijks leven een bron van stress en overprikkeling. Ze betalen vaak een hoge prijs om maar niet af te wijken van hun omgeving. Daarnaast kan het nabootsen van andermans gedrag ervoor zorgen dat hun eigen ontwikkeling stagneert. De meest voorkomende klacht bij autistische vrouwen is vermoeidheid. Niet gek, als je praktisch elke dag over je grenzen heengaat. Het Autisme Centrum Groningen noemt nog een reden voor die overprikkeling: het feit dat vrouwen het grootste deel van de zorgtaken op zich nemen. Klinkt dat als een bekend probleem

Herkent u het camouflage-gedrag?

“Absoluut. Wij vrouwen worden überhaupt ons hele leven al getraind om te doen wat de maatschappij van ons verwacht. Daarmee zijn vrouwen in een zekere zin socialer dan mannen. Een voorbeeld; het is voor jongetjes veel meer geaccepteerd dat ze zich terugtrekken en alleen met hun treintje spelen. Bij meisjes vinden we dit gek – er wordt van hen verwacht dat ze graag naar verjaardagen en vriendinnen gaan.”

Wij vrouwen worden ons hele leven al getraind om te doen wat de maatschappij van ons verwacht

Grace verwoordt dit mooi. Die dubbele standaard bestaat voor elke vrouw, maar komt meer tot uiting bij autistische vrouwen omdat alleen zij het camouflage-gedrag vertonen. 

Was u zich bewust van uw camouflage-gedrag?

“Ja, eigenlijk wel. We leven nu eenmaal in een wereld met meer mensen zónder autisme, dan met. Ik voel me altijd een minderheid, wat betekent dat ik harder moet werken. Dat is vervelend, maar ik wil wel graag meedoen aan deze maatschappij. Het is soms moeilijk uit te leggen waarom ik wel twee keer zo hard moet werken als mijn collega’s. Want ja, iedereen is moe na een nachtdienst. Maar voor mij is dat veel intenser.”

Op welke manier moet u harder werken dan de rest?

“Nou, politiewerk zit niet bepaald in de top 10 van autisme-vriendelijke banen. Mijn werk bestaat uit ontzettend veel prikkels, en dan werk ik ook nog eens in een druk gebied. Ik moet continu schakelen; als ik op het bureau een registratie afwerk, kan het zijn dat ik zomaar word weggeroepen. Onder werktijd heb ik een portofoon die de hele tijd in mijn oor tettert. Ook heb ik ontzettend onregelmatige werktijden. Kortom, er zit heel weinig structuur in mijn werk – en laat dat nou nét zijn waar mensen met autisme behoefte aan hebben. Dit werk is voor mij een soort topsport, maar ik doe het graag omdat het mijn passie is. Ik moet er alleen wel heel veel voor geven, en soms ook dingen voor laten. Mijn werk is écht heel anders dan een kantoorbaan van 9 tot 5; het vraagt heel veel van mij.”

Ik ben even stil. Dit klinkt inderdaad als een ontzettend veeleisende baan – zelfs voor veel mensen zónder autisme zou dit al snel teveel worden. 

Hoe ging uw werkgever om met uw autisme?

“Eigenlijk heel goed. Mijn werkgever staat er heel open voor. Je moet het zien als een win-win situatie. Mijn politiechefs weten dat ik heel hard werk en 200% gemotiveerd ben, maar ze weten ook dat ze bepaalde dingen moeten aanpassen zodat dat zo blijft. Anders zouden zij een medewerker hebben die om de zoveel weken ziek thuis zit. Het helpt natuurlijk dat ik voor mezelf heel goed aan kan geven wat ik nodig heb. Ik had op een gegeven moment bijvoorbeeld wel moeite met het draaien van nachtdiensten. Daar mocht ik gelukkig mee stoppen, anders had ik dit werk niet meer gedaan.”

Mijn politiechef had ook kunnen zeggen:

leuk dat je dit aangeeft, maar ga dan op een andere afdeling werken

U bent lid van de Autisme Ambassade binnen de politie. Kan ik daaruit voorzichtig concluderen dat het niet altijd goed gaat?

“Kijk, mijn verhaal is echt een succesverhaal, maar dat is helaas niet bij iedereen zo. Er is nog heel vaak sprake van onbegrip bij politiechefs. In mijn geval had mijn politiechef ook kunnen zeggen: leuk dat je dit aangeeft, maar ga maar bij de recherche werken. Daar zou ik van 9 tot 5 werken en geen nachtdiensten draaien. Mijn werkgever is niet verplicht om te faciliteren dat ik op straat kan blijven werken. Dus ja, er is zeker nog werk aan de winkel, maar er begint wel meer aandacht voor te komen. Een werkgever moet niet bang zijn voor een paar kleine aanpassingen. Maar veel mensen zijn bang voor het onbekende en willen iets alleen doen op de manier die ze kennen.” 

Wat kunt u mensen, die moeite hebben met hun autisme, als boodschap meegeven? 

“Als je je eigen autisme begrijpt en kunt communiceren wat je nodig hebt, wordt leven met autisme al een stuk makkelijker. Communicatie is echt de basis van alles. Helaas zijn er ook mensen met autisme die dat niet zijn; voor hen wordt het moeilijk. Want als je het aangaan van een gesprek al lastig vindt, ga dan maar eens uitleggen dat je iets niet prettig vindt of dingen graag anders wilt. Maar acceptatie is ook erg belangrijk; met autisme kun je bepaalde dingen nu eenmaal minder goed. 

Ik vind het jammer dat ik het niet eerder wist van mezelf, want dan had ik hulp kunnen vragen om dingen anders te doen. Dat vind ik soms wel heel moeilijk, omdat ik dan een beroep had kunnen kiezen waar wat meer intellectuele uitdaging van mij werd gevraagd. Ik heb namelijk WO-denkniveau, maar een baan op dat niveau vraagt simpelweg te veel van mij. Die realisatie vond ik in het begin moeilijk te verkroppen, maar inmiddels heb ik het laten gaan. Sommige dingen moet ik nu eenmaal aan me voorbij laten gaan.”

Een werkgever moet niet bang zijn voor een paar kleine aanpassingen

Grace Henriquez

Grace Henriquez

Wijk- en motoragent in Utrecht

Grace begon ooit als student Rechtsgeleerdheid, maar jaagde daarna toch haar droom na om motoragent te worden.

In 2005 begon ze aan haar opleiding aan de politieacademie en vanaf 2010 werkt ze in het basisteam in Utrecht Centrum. Sinds september 2021 is ze ook wijkagent in de buurten Utrecht Oudwijk, Wilhelminapark en de Schilderswijk.

Ze is lid van de Autisme Ambassade Politie. Dit heeft als doel om ideale werkomstandigheden te creëren voor werknemers met autisme.

  • Salomé Tans

    Salomé doet een master Civiel recht in Leiden, wat ze combineert met het redactiewerk binnen Feminer. Haar passie voor taal en feminisme zet ze in om de onderliggende processen in de samenleving te begrijpen én bloot te leggen.

door | 21 februari 2022

Meer zoals dit

Zoek artikelen

Vers van de pers

Vrouwenrechten in crisis: een blik op feministische veerkracht

Vrouwenrechten in crisis: een blik op feministische veerkracht

In een interview met Anne-Floor Dekker onderzoekt Feminer hoe feministische veerkracht bijdraagt aan vrouwenrechten. Van historische context tot hedendaagse uitdagingen, Feminer onthult de impact van crises op vrouwenrechten en benadrukt de cruciale rol van inclusieve besluitvorming voor een hoopvolle toekomst.

We houden je graag op de hoogte, dus volg ons vooral op de socials!