Het is druk in de aula. Het krioelt zoals altijd van de gedreven brugklassers en bezwete tieners, zo rond het middaguur. Ik maak onderdeel uit van een hechte vriendinnengroep. We lunchen altijd aan ‘onze’ tafel en zijn zo hecht dat we allemaal dezelfde schuine pony dragen. Als dé groep van de middelbare school voelen we ons belangrijk en exclusief. We zijn een eenheid in corresponderende G-star shirts die met een schuin oog kijken naar vergelijkbare meidengroepen die met dezelfde jongens omgaan, volstrekt identieke interesses genieten en net als ons denken dat ze dé vriendinnengroep zijn. Je weet wel, van die vrouwendingen.
Ik had een late groeispurt en deed dan ook mijn uiterste best om te groeien en te zijn zoals mijn vrienden: volwassen en serieus. Op weg van huis naar school zette een vriendin de toon: ‘Kijk, jij bent gewoon echt heel erg klein vergeleken met mij.’ Ja dat klopt, daar had ze gelijk in. ‘En ik vind dat je wel erg vaak het laatste woord hebt’, vervolgde ze. Het werd een lange fietstocht.
Vanaf de middelbare school beginnen vrouwen elkaar te vergelijken, concurreren en ondermijnen. Andere vrouwen zijn al snel kattig. Nee, veel beter kun je omgaan met mannen. Die zeuren niet zo, zijn tenminste recht door zee en maken niet óveral een probleem van. ‘Dat kun je toch ook niet ontkennen?’, hoor ik vrouwen vaker zeggen dan mannen. ‘Mannen zijn gewoon wat makkelijker in omgang.’ Op de middelbare school en tijdens het eerste deel van mijn studententijd besloot ook ik uiteindelijk dat ik veel beter op kon schieten met mannen. Ik moest niks weten van die typische vrouwendingen. Vrouwen doen altijd zo moeilijk, daar was ik er toch écht niet een van. Een bijna neerbuigende gedachte. Zelfpromotie: check. Afbraak van rivalen: check.
De eerste stap om een ongewenste gewoonte te veranderen, is je ervan bewust worden. Mijn negatieve kijk op deze vrouwen had helemaal niets met hen te maken. We concurreren uiteindelijk niet met andere vrouwen, maar met onszelf. We zien een versie van onszelf die nog beter, mooier en slimmer is. We zien de andere vrouw helemaal niet.
Zo omschreef een vriendin dat ze een bitchy discussie had gevoerd met een vrouw. Later vertelde ze dat het niet de eerste keer was dat ze over dit onderwerp oneens was, zij en een man raakten laatst ook in een diepgaande discussie. Ik vroeg waarom ze het ene gesprek ‘bitchy’ noemde, het andere gesprek ‘diepgaand’. Daar was niet echt een reden voor, bleek achteraf. Het zit ‘m in de kleine aannames.
Ikzelf blijk verrassend goed met andere vrouwen te kunnen optrekken. Ik probeerde me voorheen slechts te distantiëren van de aannames die rondgaan over vrouwen, simpelweg omdat ik me er niet in herken. Bedenk dat we andere vrouwen niet hoeven te verlagen om ons eigen gelijk te krijgen. Blijf elkaar uitdagen, wees het oneens maar sta vooral ook zij aan zij.
Als mijn middelbare schoolversie Madeleine Albright en haar wijsheden had gekend, dan had ik tegen die vriendin op de fiets op m’n beste Engels gezegd: there’s a special place in in hell for women who do not help other women. Vrouwendingen zijn zo gek nog niet.