Bharti Girjasing is verantwoordelijk voor het beheer en de financiering van de staatsschuld en voor het dagelijkse cashmanagement voor het Rijk. Feminer is benieuwd naar haar verhaal, en hoe het is om als vrouw werkzaam te zijn bij het ministerie van Financiën.
Op een van de warmste zomerdagen van het jaar ontmoet ik Bharti Girjasing online, een vrouw wiens passie en gedrevenheid ik voel door het scherm. Voordat het interview begint, vraag ik Girjasing naar haar ervaring met Feminer Aan Tafel Rotterdam: “Ik was nog niet eerder bij een bijeenkomst geweest, maar het was erg leuk! Ook om de studentensfeer mee te krijgen. Ik vind het mooi om te zien dat er zoveel jonge vrouwen aanwezig waren met enorme ambities.”
Kun je iets vertellen over je werkzaamheden als hoofd van de afdeling Staatsschuld- en Schatkistbeheer?
“Simpel gezegd: wij lenen geld uit de financiële markten om de rekeningen van de Nederlandse staat te kunnen betalen en zorgen ervoor dat andere ministeries en uitvoeringsorganisaties kunnen bankieren. Mijn afdeling is onderdeel van het Agentschap van de Generale Thesaurie binnen het ministerie van Financiën. Wij zetten Nederlandse staatsobligaties in de markt, dus wij financieren de staatsschuld. Daarnaast verzorgt het Agentschap het betalingsverkeer van het Rijk en faciliteren we schatkistbankieren.”
“Ik ben hoofd van de afdeling die twee teams heeft. Het ene team is de Backoffice, dat onder andere zorgt voor de ramingen. Dit betekent dat zij zo nauwkeurig mogelijk inzichtelijk maken hoeveel geld in- en uit de schatkist stroomt. Daarnaast zorgen ze ervoor dat transacties die worden afgesloten met tegenpartijen ook daadwerkelijk worden afgewikkeld. Het andere team, de Midoffice, monitort en analyseert de transacties, bijvoorbeeld om te controleren of de transacties die wij hebben uitgevoerd ook marktconform zijn, en de risico’s, zoals de kredietwaardigheid van tegenpartijen.”
Waar komt je interesse voor het ministerie vandaan?
“Zelf heb ik Technische Bestuurskunde in Delft gestudeerd en daarna Bestuurskunde in Rotterdam. Dan is het op zich niet gek dat je bij de overheid aan de slag gaat. Alleen, het ministerie van Financiën stond niet per se bovenaan mijn lijstje. Ik had zelf niks met financiën, dacht ik, maar mijn vader is accountant en heeft ervoor gezorgd dat wij thuis goed in het cijferwerk waren. Misschien was ik er onbewust altijd wel mee bezig.”
“Na mijn studie ben ik bij de gemeente Utrecht begonnen. De laatste functie die ik daar had, was als lobbyist in Brussel. Daarna ben ik een tijdje naar een consultancybureau gegaan, maar daar werd ik persoonlijk niet gelukkig van. Ik ben toen vrij snel op zoek gegaan naar een functie bij het Rijk, omdat ik graag een maatschappelijke functie wilde vervullen. Zo kwam ik bij Financiën terecht. Het heeft goed uitgepakt! Het is echt een topministerie en het past enorm bij mij. Er is gewoon heel veel te doen. Ik ben van financiën gaan houden toen ik er werkte.”
Hoe ervaar je het als vrouw om werkzaam te zijn bij het ministerie van Financiën?
“Zelf vind ik dat er een goede spreiding is van mannen en vrouwen op de werkvloer. In ons managementteam zijn er meer vrouwen dan mannen, maar dat is natuurlijk niet overal het geval. Binnen het ministerie houden we hier echt rekening mee.”
“Ik was ook blij om te zien dat we een vrouwelijke minister kregen [red: Sigrid Kaag (D66)] en dat er weer een vrouwelijke bewindspersoon komt [red: Nora Achabar (NSC)]. Zeker voor een departement als Financiën is het alleen maar goed dat er een goede spreiding is, niet alleen wat betreft man-vrouw, maar ook in diversiteit in al haar facetten. Juist omdat hier allerlei maatschappelijke vraagstukken voorbij komen. Je moet ook vanuit verschillende perspectieven kunnen denken. Dan is diversiteit dus heel belangrijk.”
We moeten moeite doen om mensen te vinden, niet alleen met verschillende culturele achtergronden, maar ook met verschillende opleidingen.
Het begin is er. Dat is ook hoopvol voor de toekomst.
“Ja, we doen veel om diversiteit en inclusie te stimuleren. We staan stil bij Keti Koti, de Ramadan, Internationale Vrouwendag en hebben de banenafspraak, enzovoort. Ik vind dat een goede stap, maar ik vind het belangrijker dat deze acties ook renderen. Zien we de diversiteit ook terug in de top van de organisatie? Het gaat er juist om dat we ook stappen zetten voor diversiteit binnen het werk.”
“We moeten moeite doen om mensen te vinden, niet alleen met verschillende culturele achtergronden, maar ook met verschillende opleidingen of mensen die moeilijker meekomen in onze maatschappij. Daar zit ook heel veel talent en potentie, die we erbij moeten betrekken. Het gaat erom dat we alert zijn en deze mensen ook echt vinden.”
Je hebt ook de stichting Jiya opgericht. Kun je hier iets meer over vertellen?
“De stichting ben ik samen met een vriendin begonnen. Het bestaat nu niet meer, omdat we het te druk kregen. Het doel van de stichting was om de succesverhalen van vrouwen een (digitaal) podium te geven, in de hoop andere vrouwen te motiveren en inspireren. We plaatsten hier ook een foto bij, omdat we vrouwen een gezicht wilden geven. Het was voor ons heel belangrijk dat vouwen op alle facetten de vrijheid en de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen in de richting die ze zelf willen en hun passie na te leven.”
Ben je zelf nu je passie aan het naleven?
“Onderaan de streep wel, ja. Ik word heel blij van mijn werk, ben tevreden met wat ik doe en de waarde die ik toevoeg. Ik denk wel dat ik meer kan, maar dat hoeft niet per se via werk. Dat kunnen ook nevenactiviteiten zijn. Verder heb ik geen strikte scheiding tussen werk en privé. Daar word ik alleen maar blij van. Ik leef mijn leven zoals ik dat graag zou willen.”
Als we alleen maar aandacht zouden besteden aan feminisme, sluit je per definitie andere groepen uit.
Je vindt dat maatschappijleer een verplicht onderdeel moet zijn binnen het onderwijs. Is er in het onderwijs ook plaats om feminisme te behandelen?
“Eén van de aanbevelingen van mijn proefschrift is dat maatschappijleer een verplicht onderdeel moet worden binnen het Surinaamse onderwijs. Als we alleen maar aandacht zouden besteden aan feminisme, sluit je per definitie andere groepen uit. Ik zou het echt willen betrekken op gelijkwaardigheid en inclusie in al haar facetten. Daar valt wat mij betreft feminisme ook onder, ja.”
Hoe probeer je zelf iets bij te dragen aan de vrouwelijke leiders van de toekomst?
“Ik hoop dat ik iets bijdraag. Ik weet niet of dat zo is. Dat is ook niet aan mij om een oordeel over te vellen. Dus nee, ik ben daar niet bewust mee bezig. Ik doe mijn werk en ik doe vooral wat ik denk dat goed is. Waar ik wel mee bezig ben, is om vrouwen te stimuleren om ook echt stappen te zetten als ze die ambitie hebben. Dat betekent ook dat ik vrouwen zeker stimuleer om bijvoorbeeld over hun salaris te onderhandelen.”
Je moet niet denken dat je harde werk automatisch wordt opgemerkt en dat kansen vanzelf naar je toe komen.
Is dat ook iets wat binnen het ministerie ook speelt? Doorgroeimogelijkheden en openheid over salaris?
“Mijn ervaring is dat er zeker een mate van openheid is tussen collega’s onderling en dat er absoluut doorgroeimogelijkheden zijn binnen het ministerie, maar ook binnen het Rijk. Er is genoeg te doen, zeker ook voor vrouwen! Er loopt veel vrouwelijk talent rond. Als we ervoor kunnen zorgen dat we die ook binnenhouden, dan hebben we op een gegeven moment nog meer waardevolle vrouwelijke leiders.”
Heb je advies voor vrouwen die een hogere functie nastreven of twijfelen over onderhandelen?
“Maak altijd kenbaar wat je wil. I learned the hard way. Je moet niet denken dat je harde werk automatisch wordt opgemerkt en dat kansen vanzelf naar je toe komen. Wees daar niet bescheiden in. Natuurlijk moet je er ook van overtuigd zijn dat je een bepaalde functie of werkzaamheden aankunt. Het kan ook zijn dat je iets wil, maar dat je weet ik ben daar nog niet. Dat is ook niet erg, want op het moment dat je het kenbaar maakt, kan iemand je helpen daar te komen.”
Neem kansen aan, ga naar je werklocatie en probeer zoveel mogelijk te leren en te doen. Parttime werken kan altijd nog.
Zet je je buiten je werk om in voor het feminisme?
“Ik heb me vooral beziggehouden met toezichthouden, mijn stichting voor en door vrouwen, en een online webwinkel waarbij ik samenwerkte met Indiase kleermakers. Deze nevenactiviteiten heb ik afgesloten om mijn proefschrift af te kunnen maken. Nu dat af is, ben ik weer op zoek naar een organisatie waarvan het doel dicht bij mij ligt en waar ik zelf ook van toegevoegde waarde zou kunnen zijn als toezichthouder. Als dat een organisatie is die zich inzet voor vrouwen, zal ik daar serieus over nadenken.”
Heb je nog een boodschap voor onze lezers?
“Nogmaals, laat echt weten welke dromen en ambities je hebt. Wees niet bescheiden als vrouw. Probeer iemand te zoeken die je daarin kan helpen. Een sponsor bijvoorbeeld, zoals je leidinggevende of een coach binnen je organisatie, met iets meer ervaring. Maar probeer ook altijd jezelf uit te dagen, dat is echt belangrijk. Dan kom ik weer op het standaardvoorbeeld, maar als er een vacature is met tien eisen waarvan een vrouw er acht heeft, dan solliciteert ze niet omdat ze denkt dat ze het niet kan. Waarom niet? Doe het gewoon!”
“Wat ik merk bij Generatie Z is dat ze werk-privé balans heel belangrijk vinden. Daar leer ik ook echt van. Alleen wat ik lastiger vind, is dat ze heel snel, vaak net uit de schoolbanken, parttime gaan werken. Als je echt stappen wil maken en je de mogelijkheid hebt, ga fulltime aan de slag aan het begin van je carrière. Zeker in het begin als je meters wil maken. Eigenlijk is dat je prime time. Neem kansen aan, ga naar je werklocatie en probeer zoveel mogelijk te leren en te doen. Parttime werken kan altijd nog.”