De verkiezingen komen er weer aan, en dát betekent dat de peilingen, stemwijzers en mediaoptredens van politici je weer om de oren vliegen. Hoewel we grotendeels dezelfde partijen op de kieslijsten zien staan, hebben we dit jaar met een compleet ander politiek speelveld te maken. Partijleiders zijn vertrokken, de premier gaat de politiek verlaten en nieuwe onderwerpen prijken hoog op ieders agenda. Hoe moet je je hier een weg door banen?
Om jou op weg te helpen, zijn wij door de verkiezingsprogramma’s van een aantal partijen heen gegaan. De focus ligt op de zeven partijen die hoog in de peilingen staan, nu groot zijn, of die populair zijn onder jongeren. Daaruit kwamen deze partijen: NSC, VVD, BBB, D66, Volt, CDA, PvdA/GroenLinks en Partij voor de Dieren.
In die programma’s zijn we op zoek gegaan naar de standpunten van de partijen op de volgende onderwerpen:
- Abortus, anticonceptie en zorg
- Vrouwen op de werkvloer
- Kinderopvang en ouderschap
- Seksisme, racisme en homofobie
De eerste drie onderwerpen hebben we vorige week besproken: je leest het hier in deel 1! Het laatste onderwerp zullen we in twee delen behandelen, aangezien dit deelonderwerp over veel uiteenlopende plannen gaat. In dit deel lees je over gendergelijkheid en LHBTI+ rechten. In het laatste deel in deze reeks bespreken we plannen over de veiligheid van vrouwen en minderheden en het voorkomen van discriminatie en racisme.
Een disclaimer vooraf
We kunnen niet alle partijen en al hun standpunten bespreken. Dit wil niet zeggen dat we andere zaken of partijen minder belangrijk achten. Uiteraard is dit onze interpretatie van de verkiezingsprogramma’s en zijn er andere onderwerpen die de partijen bespreken die wij hier niet zullen uitlichten. Wel proberen we de onderwerpen die we bespreken zo objectief mogelijk te benaderen. Feministische onderwerpen zijn over het algemeen meer sociaal linkse onderwerpen. Linkse partijen bleken die dus ook uitgebreider te bespreken. Omdat we uitsluitend deze onderwerpen behandelen en we minder aandacht besteden aan traditioneel ‘rechtse’ onderwerpen, krijgt het artikel een meer ‘linkse kleur’. Wij zijn ons daarvan bewust.
Diversiteit op de politieke agenda
Ondanks dat we in Nederland goed op weg zijn naar emancipatie, staat diversiteit nog steeds hoog op vele politieke agenda’s. Zo publiceerde de Groene Amsterdammer begin september nog een artikel over de toenemende haat richting de queer community op social media. Ook vrouwelijke politici ervaren last van vrouwonvriendelijke tweets, die niets te maken hebben met hun politieke standpunten, maar enkel gebaseerd zijn op hun geslacht. Daarom bekijken wij wat partijen willen doen om voor een inclusievere samenleving te zorgen.
Inclusieve taal
De Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren definieert inclusieve taal als “taalgebruik bedoeld dat insluit in plaats van uitsluit, niet discrimineert en dat correct benoemt en/of neutraal is”. Inclusief taalgebruik kan voor een groter gevoel van inclusie onder een grotere groep mensen zorgen en kan ervoor zorgen dat meer mensen zich aangesproken voelen door de taal die wordt gesproken.
Wij houden de termen aan waarvan verschillende groepen hebben aangegeven ze als gewenst te beschouwen. We schrijven dus over ‘transgender personen’ in plaats van over ‘transgenders’, en over ‘sekswerkers’ in plaats van ‘prostituees’. Als partijen die termen niet in hun programma’s gebruiken en wij ze citeren, nemen we letterlijk de termen over die de partij gebruikt.
Gendergelijkheid en LHBTI+ rechten
De LHBTI+ gemeenschap krijgt deze verkiezingen speciale aandacht. Partijen presenteren niet alleen plannen om discriminatie op basis van seksuele geaardheid en genderidentiteit tegen te gaan, maar ook om hun rechten te versterken en de zorg voor de LHBTI+ gemeenschap te verbeteren.
Vastleggen in de wet
Wetgeving kan onbedoeld een ander effect hebben op vrouwen ten opzichte van mannen. Om daar rekening mee te houden willen D66 en PvdA/GroenLinks wetgeving altijd laten toetsen op de effecten op gendergelijkheid. Zij vinden het cruciaal dat hier oog voor is wanneer wetgeving nog in de maak is; dat vraagt om kennis en expertise op de ministeries. PvdA/GroenLinks wil deze kennis uit de ervaringen halen van de mensen waarvoor de overheid het beleid maakt.
Op Europees niveau wil D66 een aantal zaken laten vastleggen. Ze zijn voor de invoering van een Europese antidiscriminatiewet. Deze moet LHBTI+ rechten beschermen en gelijktijdig het inperken van deze rechten in een aantal EU-landen tegengaan. Om dezelfde reden steunen ze internationale organisaties die LHBTI+ personen beschermen in landen als Polen, Hongarije en Italië. Daarnaast willen ze, net als Volt, het verbod op homogenezing therapieën op Europees niveau implementeren. Alle onderzochte partijen, met uitzondering van het NSC, stemmen in met een landelijk verbod op deze conversietherapieën.
PvdA/GroenLinks, D66 en het CDA noemen dat ze het Wetboek van Strafrecht en de algemene Wet gelijke behandeling willen laten aanscherpen. Volgens PvdA/GroenLinks “zodat duidelijk wordt dat ook de discriminatie op basis van LHBTQIA+ strafbaar is (ook voor de BES-eilanden)”. Afgelopen januari heeft de Eerste Kamer een wetsvoorstel aangenomen om artikel 1 van de grondwet te wijzigen, waardoor het huidige wetsartikel luidt: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan”.
Om deze wijziging door te voeren, moet de volgende Tweede Kamer instemmen met deze grondwetsherziening. Daarom noemen PvdA/GroenLinks en D66 dit tijdens de huidige verkiezingen. Zo laten zij zien dat ze voor deze wetswijziging zouden stemmen.
Veilige opvang
Volt, PvdA/GroenLinks en D66 bespreken alle drie de veiligheid van LHBTI+ personen in crisisopvang. Dit is een locatie waar jongeren, met of zonder hun gezin, tijdelijk opgevangen kunnen worden op het moment dat hun thuissituatie ernstig verstoord is. Daarnaast willen ze zich ook inzetten voor het veilig opvangen van LHBTI+ asielzoekers, door een aparte opvang binnen asielzoekerscentra in te richten. Volt en D66 maken zich hiernaast ook hard voor daklozen LHBTI+ personen.
LHBTI+ vluchtelingen
In meer dan 70 landen wereldwijd is homoseksualiteit strafbaar. In zes van deze landen staat hier de doodstraf op. Voor LHBTI+ personen kan het dan dermate onveilig zijn in een land, dat ze hun land moeten ontvluchten. Om asiel aan te vragen in Nederland moeten ze de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) overtuigen van hun seksualiteit. Omdat zij in hun land van herkomst vervolgd of gediscrimineerd zouden worden voor het open uiten van hun seksualiteit, is dit vaak lastig en onveilig. Vaak noemen ze zichzelf niet openlijk LHBTI+, omdat het geïnternaliseerd is dit juist te verbergen. Vaak lukt het niet om de IND te overtuigen van hun seksuele geaardheid. Uit een onderzoek uit 2018 van COC Nederland, een LHBTI+ belangenorganisatie, blijkt dat 85% van alle afgewezen asielaanvragen, komt omdat de seksuele geaardheid niet geloofd werd door de IND. De organisatie, LHBTI-vluchtelingen, biedt toolkits voor onder andere azielzoekerscentra’s en gemeentes, om LHBTI+ vluchtelingen te herkennen en beter te ondersteunen.
Bron: UNHCR, Movisie, COC Nederland
Put your money where your mouth is
De overheid heeft invloed op de arbeidsmarkt. Zo kunnen zij bepalen welke bedrijven wel en geen subsidies krijgen en hebben daarmee de macht om bepaalde eisen te stellen. Om deze reden stoppen de D66 en VVD met het financieren van organisaties die LHBTI+ rechten in twijfel trekken. De VVD komt op dezelfde manier op voor rechten van onder andere joden en moslims. Daarnaast vraagt de VVD aandacht voor acceptatie van LHBTI+ personen in conservatief-religieuze gemeenschappen. Dit gaan ze versterken door organisaties als ‘Alliantie Verandering van Binnenuit’ te steunen.
Deze financiële druk wil de PvdA/GroenLinks ook uitoefenen. Wel doen ze dat op een andere manier. Zij willen juist financiële ondersteuning bieden aan “programma’s die zich specifiek richten op de emancipatie en het ondersteunen van oudere of biculturele LHBTI+ personen, mensen met een beperking en op het voorkomen van suïcide binnen deze groepen”.
De BBB, het CDA en het NSC zijn wat beknopter in het bespreken van deze onderwerpen. Deze partijen noemen niet concreet met welke middelen ze discriminatie willen voorkomen. De BBB is er vrij kort, maar wel erg duidelijk over; ze tolereren geen enkele vorm van discriminatie en willen hier “keihard” tegenop treden. Onder deze noemer schalen ze ook alle haatdragende uitlatingen jegens de “regenbooggemeenschap”, onder andere op sociale media.
Het NSC geeft aan dat ze zich “inzetten voor een volwaardige acceptatie van LHBTI’ers op school, op het werk en in de samenleving”. Het CDA noemt, naast het aanscherpen van het Wetboek van Strafrecht, LHBTI+ rechten in het buitenlandbeleid. Het beschermen van mensenrechten, waaronder LHBTI+ rechten, is een “speerpunt” in het buitenlandbeleid en ze “bouwen door” aan een internationale coalitie “tegen elke vorm van vervolging en ongelijke behandeling.
Onderwijs
D66 maakt plannen om meer aandacht voor gender, sekse en etniciteit in de zorg en op scholen te realiseren. Op basisscholen willen ze leraren helpen om de acceptatie van alle soorten kinderen op scholen te bevorderen. Dit willen ze gaan doen door seksuele voorlichting te geven op een manier die gaat over een bredere definitie van ‘seks’ en aandacht schenkt aan consent. VVD wil zich ook inzetten voor meer acceptatie op scholen, door bijvoorbeeld ‘Paarse Vrijdag’ en andere landelijke initiatieven te ondersteunen.
Regenbooggezinnen
Een aantal partijen – PvdA/GroenLinks, Volt, D66, VVD en PvdD – staan stil bij de rechten van regenbooggezinnen; gezinnen die niet bestaan uit één man, één vrouw en hun kinderen. Zo vinden ze allemaal dat juridisch meerouderschap – de mogelijkheid om meer dan twee wettelijke ouders te hebben – op korte termijn mogelijk gemaakt moet worden. De VVD noemt regenbooggezinnen niet expliciet, maar houdt het erop dat “ieder gezin meetelt”. PvdA/GroenLinks en D66 noemen allebei dat ze de rechten van regenbooggezinnen ook met Europese wetten willen beschermen. De BBB, het CDA en het NSC benoemen dit onderwerp niet in hun partijprogramma.
VVD, Volt, D66 en PvdD presenteren ook plannen over zorg die regenbooggezinnen mogelijk nodig hebben. Volt, VVD en PvdD zetten zich in voor wetgeving rondom draagmoederschap. VVD wil dit realiseren “in lijn met de adviezen van de Staatscommissie Herijking ouderschap” en “het wetsvoorstel Kind, draagmoederschap en afstamming”. Het VVD wil ook verder onderzoek “naar hoe zorg voor mensen met een kinderwens, ongeacht relatievorm, verbeterd kan worden”. D66 en PvdD zijn voor het vergoeden IVF bij draagmoederschap. Volt zet zich verder in voor oplossingen “in Europees en internationaal verband’ om “massaspermadonoren te stoppen en anonimiteit tegen te gaan”.
Zorg voor transgender- en intersekse personen
Elke partij heeft ook plannen rondom de zorg voor transgender- en/of intersekse personen, alleen niet elke partij is er even uitgebreid over. Het CDA meldt bijvoorbeeld alleen dat ze “praktische problemen en onveilige situaties voor transgender personen” willen oplossen, eventueel aan de hand van een transgenderwet. De voorwaarde is wel dat deze “zorgvuldig is getoetst aan onze uitgangspunten”. De VVD noemt ‘transgender personen’ niet in hun programma en presenteren dus ook geen plannen over zorg voor hen.
Wat is de ‘Transgenderwet’?
De Transgenderwet maakt het sinds 1985 mogelijk om je geslacht aan te passen in je geboorteakte. Alleen waren daar voorheen allerlei eisen aan verbonden, zoals het ondergaan van een medische transitie, een onomkeerbare sterilisatie en een rechterlijke beoordeling.
In 2014 zijn deze eisen uit de Transgenderwet geschrapt en zijn er een drietal nieuwe eisen voor in de plaats gekomen. Je moet ouder zijn dan zestien jaar, voorgelicht zijn over de juridische gevolgen van de wijziging van je geslacht en een deskundigenverklaring hebben. Daarin stelt een arts of psycholoog dat die ervan overtuigd is dat er “de duurzame overtuiging bestaat tot het andere geslacht te behoren”. Hierna kun je je geslacht wijzigen zonder tussenkomst van een rechter.
In 2017 bleek uit een evaluatie van de wet dat een deel van de ouders van transgender jongeren wilde dat de minimumleeftijd kwam te vervallen, hoewel deskundigen van genderklinieken daar nog kritisch over waren. Wel bleek er onder alle betrokken partijen “een aanzienlijke consensus te zijn dat de deskundigenverklaring, in ieder geval voor meerderjarigen, kan vervallen”.
Naar aanleiding van deze evaluatie heeft minister Dekker voor Rechtsbescherming een wetsvoorstel ingediend waardoor onder andere de deskundigenverklaring en minimumleeftijd komen te vervallen. Dit wetsvoorstel is controversieel verklaard en wordt dus pas verder besproken zodra er een nieuw kabinet is gevormd.
Bron: Raad van State
Volt, D66 en PvdA/GroenLinks willen dat het mogelijk is om een X als geslachtsaanduiding in het paspoort op te nemen. D66 en PvdA/GroenLinks vinden allebei ook dat het geslacht überhaupt niet geregistreerd hoeft te worden als dit niet noodzakelijk is. D66, Volt, PvdD en PvdA/GroenLinks zijn daarbij voor de voorgestelde wijzigingen aan de Transgenderwet (zie kader).
Het NSC is tegen deze wijzigingen, maar ze “vinden het wel goed dat transgenders hun geslacht kunnen veranderen”. Ze willen wel “een laagdrempelig aanbod zijn waar zij (transgender personen, red.) terechtkunnen voor advies en hulp”. PvdD benadrukt ook het belang van een uitgebreide informatievoorziening. Verder pleiten ze voor meer keuzevrijheid in het transitietraject en willen ze, net zoals D66, transitieverlof wettelijk regelen.
Indirect lijkt de BBB ook tegen de voorgestelde verruiming van de Transgenderwet te zijn: “Een zorgvuldig besluitvormingsproces ondersteund door zorgprofessionals indien jongeren en kinderen een medische transitie overwegen is erg belangrijk”. Wel erkennen ze “de unieke uitdagingen waarmee transgenders worden geconfronteerd” en benadrukken ze “het belang van snelle en kwalitatieve zorg voor zowel jongeren als volwassenen”. D66 is het hiermee eens en “zal zich blijvend inzetten voor de aanpak van de wachtlijsten voor transgenderzorg”. PvdA/GroenLinks meldt dat ze “werk maken van de wachtlijsten in de transgenderzorg en zorgen dat deze zorg zoveel mogelijk regionaal beschikbaar wordt”.
PvdD, VVD, D66 en PvdA/GroenLinks presenteren ook plannen die gaan om de zorg voor intersekse personen, met name kinderen. Allemaal vinden ze dat jonge intersekse kinderen geen niet-noodzakelijke medische behandelingen mogen ondergaan zónder hun uitdrukkelijke en goed geïnformeerde toestemming.
Conclusie
We hopen dat we je wederom hebben kunnen helpen om een geïnformeerde keuze voor een partij te kunnen maken. Over twee weken – twee dagen voor de verkiezingen – verschijnt het laatste deel uit onze serie over de verkiezingsprogramma’s waarin we de plannen over de veiligheid van vrouwen en minderheden en het terugdringen van discriminatie behandelen. In de tussentijd hoef je niet stil te zitten; partijen zijn hard bezig geweest om beleid op te stellen over onder andere studeren, de energiecrisis en migratie. Bekijk ook eens het artikel van Studententijd, over de plannen van partijen over onderwerpen die vaak voor studenten belangrijk zijn. Of de feministische partijwijzers van Women inc en ActionAid. Genoeg leesvoer om je in te verdiepen tot aan de verkiezingen op 22 november!