Als gevolg van de val van het kabinet-Rutte IV, zullen op 22 november miljoenen Nederlanders hun stem uitbrengen om de toekomst van ons land te bepalen. Een goed moment dus om stil te staan bij de feministische staat van de politiek. Hoe is het gesteld met de gendergelijkheid in onze volksvertegenwoordiging? Waarom zou je als vrouw (niet) de politiek in gaan? En waarom hebben we nog steeds geen vrouwelijke premier? In dit artikel zoeken we het uit!
Vrouwen in de politiek
Hoewel het aantal vrouwen in de politiek toeneemt, is de man-vrouw verdeling helaas nog niet gelijk. Vrouwen vormen de helft van de bevolking, dus in een representatieve democratie zou de politiek ook voor de helft uit vrouwen moeten bestaan. Maar toch is het merendeel van de Tweede Kamer man; er zijn 93 mannelijke en 57 vrouwelijke parlementariërs. De Tweede Kamer haalt dus net hun zelf ingestelde quotum voor vrouwen in topposities. In andere politieke organen, de Provinciale Staten, Gemeenteraden en Waterschapsbesturen, is de verdeling nog minder gelijk.
Hoe komt het dat er zo weinig vrouwen in de Nederlandse politiek zitten? Er zijn veel sociale, culturele en economische factoren waarom vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in de politiek. Zo hebben we als maatschappij door gender stereotypes en vooroordelen bepaalde verwachtingen van mannen en vrouwen. En er zijn eigenschappen die passen bij wat we van een man, en wat we van een vrouw verwachten, zogenaamde “gender-roles”. Je kan een negatieve reactie krijgen als je iets doet wat niet binnen deze verwachtingen hoort. Zo ook als je als vrouw ambitite hebt voor een functie met eigenschappen die zijn toegekend aan mannen. Het is logisch dat vrouwen misschien aan zichzelf twijfelen door deze beeldvorming.
Een klimaat vol haat
Eerder dit jaar interviewde Feminer senator Mei Li Vos over de Haagse werkcultuur en vrouwen in de politiek. Zij vertelde ons dat ze nog te vaak ziet dat er over vrouwen wordt gesteld dat ze ongeschikt zijn en aan hogere eisen moeten voldoen; “Je moet én heel goed zijn, én strategisch, én hard werken, én er goed uitzien, én niet chagrijnig zijn, weet ik veel wat. We moeten naar een situatie waarin van vrouwen en mannen hetzelfde wordt verwacht. En dat er aan iedereen ruimte wordt gegeven om te falen en weer op te krabbelen”.
Naast de beeldvorming die niet in het voordeel van vrouwen werkt, is er ook nog de discriminatie en het seksisme in de media. Op zowel sociale als in klassieke media is seksisme hardnekkig, variërend van uitgesproken misogynie tot subtieler, alledaags seksisme. Mannen en vrouwen in Den Haag worden door journalisten nog altijd verschillend bevraagd en beschreven. Bij vrouwelijke politici ligt de aandacht bijvoorbeeld veel meer op hun uiterlijk dan bij hun mannelijke collega’s.
Het politieke klimaat is een vrouwonvriendelijk klimaat. Vrouwelijke politici krijgen een stortvloed van beledigingen, bedreigingen en haatdragende berichten over zich heen. Hier zijn, helaas, talloze voorbeelden van te geven. Zo regende het tweets met teksten als: ‘Als dit geen beffen wordt?’ ‘Begint met z en eindigt op eikwijven’. ‘Wat doen al die wijven tijdens etenstijd bij een talkshow? Moeten hun mannen niet eten?’ toen er in februari 2021 vier vrouwelijke lijsttrekkers aanschoven bij talkshow ‘M’. Het is zorgwekkend dat hier in het huidige politieke klimaat ruimte voor is.
We moeten naar een situatie waarin van vrouwen en mannen hetzelfde wordt verwacht.
Zij vertrekt
Hoewel de gendergelijkheid in de politiek nog niet is waar hij moet zijn, is hij wel groter dan ooit. Toch maken vrouwen zich zorgen over of dit percentage verder zal groeien. Liza Mügge, universitair hoofddocent politicologie aan de Universiteit van Amsterdam, vertelt in Trouw dat ze vreest dat we met het huidige politieke klimaat nooit gendergelijkheid zullen bereiken. Volgens haar heeft de online haat op vrouwelijke politici een desastreus effect op onze democratie. Uit een onderzoek van Atria, het kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, blijkt dat vrouwen door online haat gedemotiveerd raken om hun politieke carrière voort te zetten.
Deze zorgen blijken terecht uit de gebeurtenissen van de afgelopen maanden; veel vrouwen vertrekken uit de politiek. Zo kondigde Sigrid Kaag op 13 juli aan te vertrekken uit de politiek, Kaag: “Het is geen geheim waar mijn dilemma ligt: dat is bij mijn gezin. Mijn werk heeft een zware wissel getrokken op mijn kinderen en mijn man.”
Marie-Anne van Reijen, oprichter van Meer Vrouwen in de Politiek, geeft aan niet verrast te zijn over het vertrek van Kaag. Ze vertelt in De Nieuws BV dat vrouwenhaat een systematisch probleem is dat gezamenlijk aangepakt moet worden. Dit gebeurt volgens haar nog niet genoeg. Ook geeft ze aan dat de politieke cultuur verslechtert is in de afgelopen tien jaar, en dat dit ook een aanleiding is voor het feit dat vrouwen de politiek verlaten.
Maar is het vertrek van Sigrid Kaag een gevolg van vrouwenhaat? Coen van de Ven, die in 2021 een onderzoek publiceert in de Groene Amsterdammer over vrouwenhaat in de politiek, beantwoordt deze vraag met “Ja, absoluut”. Uit zijn onderzoek, samen met Karlijn Saris, blijkt dat tien procent van de tweets gericht aan vrouwelijke politici haat of agressie bevatten. Kaag ontvangt in absolute cijfers veruit de meeste haatdragende berichten.
Tien procent van de tweets gericht aan vrouwelijke politici bevatten haat of agressie
Het belang van representatie
Stem op een Vrouw beschrijft hoe zonde het is dat er nog steeds zo weinig vrouwen zijn in de politiek. Meer diversiteit zorgt namelijk voor een hogere kwaliteit, én voor meer vertrouwen in de politiek. Iedereen in de kamer neemt diens eigen ervaringen en achtergrond mee in beslissingen die gemaakt worden. Inleven wordt moeilijk als je veel van elkaar verschilt, het is daarom goed dat de politiek even divers is als onze maatschappij. Een meer gelijke man-vrouw verdeling in de politiek betekent dus een betere volksrepresentatie.
Een betere representatie komt er alleen als er meer vrouwen de politiek in gaan. Jongens en meisjes hebben tot hun vijftiende nog evenveel ambitie om de politiek in te gaan, maar daarna ontstaat er een verschil en wordt deze ambitie bij meisjes minder. Een reden voor dit verschil zou kunnen zijn dat meisjes op die leeftijd voor inspiratie op zoek zijn naar mensen die op hen lijken, en deze er in de Nederlandse politiek helaas weinig zijn. Vrouwen in de politiek zijn dus rolmodellen voor jonge vrouwen die een politieke carrière willen starten. Het is heel belangrijk dat er – in een klimaat waarin zij ondervertegenwoordigd zijn – genoeg vrouwen zijn om te laten zien dat het wél kan. Het is daarvoor noodzakelijk dat het politieke klimaat vrouwvriendelijker wordt zodat vrouwen meer gemotiveerd zijn om hun politieke carrières te starten en voort te zetten.
Vrouwelijk leiderschap over de grens
Nederland blijft op het gebied van vrouwelijk leiderschap achter in vergelijking met andere landen. Koninginnen hebben we hier veel gehad, maar een vrouwelijke premier nog niet. Hoe is dat hier na een eeuw kiesrecht nog niet gelukt, maar in 70 andere landen, inclusief Duitsland, India en Namibië, wel?
Ook de drie gelukkigste landen ter wereld (aldus The World Happines Report) hebben een vrouwelijk staatshoofd. In Finland is Sanna Martin sinds 2019 premier, Denemarken wordt sinds dat jaar bestuurd door Mette Frederiksen en in IJsland staat Katrín Jakobsdóttir sinds 2017 aan het roer. Deze landen hebben niet alleen een vrouwelijke premier, maar ook goede sociale systemen en gelijkheid voor iedereen. Dat zou volgens de makers van het rapport aanleiding zijn voor het grootste percentage gelukkige bewoners en die maatregelen zijn dan natuurlijk weer een direct gevolg van goed leiderschap. Een vrouw als leider zorgt natuurlijk niet automatisch voor een gelukkigere bevolking, maar het rapport toont wel aan dat leiderschapsstijl invloed heeft op het algemeen welzijn van een land.
Koninginnen hebben we hier veel gehad, maar een vrouwelijke premier nog niet. Hoe is dat hier na een eeuw kiesrecht nog niet gelukt, maar in 70 andere landen, inclusief Duitsland, India en Namibië, wel?
Hoewel het in Nederland nog niet zover is, hebben de Nederlandse Antillen inmiddels al vijf (!) vrouwelijke premiers gehad. De eerste vrouwelijke premier was Lucina da Costa Gomez-Matheeuws in oktober 1977. De eerste langzittende vrouwelijke premier van het Koninkrijk der Nederlanden was Maria Liberia-Peters in 1984-1986 en 1988-1993.
Maria Liberia-Peters was een oud-kleuterjuf met een achtergrond in de lokale politiek voordat ze premier werd. Ze werd tijdens een politieke vergadering voor het blok gezet door een partijgenoot en kwam midden in een politieke crisis aan de macht. ‘Hij dacht: laat haar die moeilijke klus maar oppakken, ze breekt toch haar nek.’ vertelt ze in een interview met Volkskrant in 2019.
Een vrouw die leider wordt ten tijde van crisis is een fenomeen dat we vaker zien. Ook Theresa May en Sophie Wilmès stonden op deze glazen klif. Het risico op mislukken is in zo’n periode groot. Liberia-Peters begon haar leiderschap angstig. ‘Ik dacht: als dit een overwinning wordt, dan zal die voor iedereen zijn, als het een nederlaag wordt, zal het de mijne zijn.’ Liberia nam deze kans toch met beide handen aan. Ze groeide uit tot ‘moeder van het volk’ en zag het vrouw-zijn als haar sterkte in plaats van een nadeel.
Een netwerk van vrouwen
Liberia-Peters roept vrouwen op een gooi te doen naar het hoogste ambt. Samen met 90 andere oud- en huidige vrouwelijke staatshoofden is ze lid van The Council Of Women World Leaders. De organisatie gebruikt de ervaringen van haar leden om het symbolische belang van vrouwelijke leiders te versterken. Door haar netwerken, partners en evenementen vergroot de organisatie de zichtbaarheid van vrouwen die hun land leiden en bevordert het gendergelijkheid. Ze willen toekomstige vrouwelijke leiders inspireren en ondersteunen.
Leadership is not easy. But it gives you power to change things, power to make things better. The Council works to elevate the voice of women who embrace the challenge of leadership.
Een vrouwelijke premier, de sleutel tot gendergelijkheid
In de Tweede Kamer worden beslissingen gemaakt die ons allemaal beïnvloeden. Het is dus mega belangrijk dat de samenstelling van deze groep lijkt op de samenstelling van onze maatschappij. Een diverse en representatieve groep, inclusief vrouwen.
Vrouwen in de politiek worden geconfronteerd met obstakels, zoals vooroordelen, seksisme en online haat. Hier is in het huidige politieke klimaat ruimte voor en dat is demotiverend voor vrouwelijke politici. Gendergelijkheid verbetert de volksvertegenwoordiging en de kwaliteit van onze democratie. We moeten vrouwen dus juist aanmoedigen om actief deel te nemen aan de politiek. Dat lukt alleen als er structureel iets verandert in het politieke klimaat. We zijn toe aan een inclusieve politieke cultuur en meer rolmodellen voor jonge vrouwen. Maar hoe komen we daar?
Met een vrouwelijke premier bijvoorbeeld. Als het vrouwelijk leiderschap groeit, groeit de zichtbaarheid en representatie van vrouwen ook. Dat is inspirerend én belangrijk. Het aantal vrouwelijke lijsttrekkers is gegroeid van 4 (2017) naar 10 (2021). Hoeveel dit er in november zullen zijn is nog niet duidelijk, maar laten we hopen dat deze stijgende lijn voortzet. Of we in Nederland een vrouwelijk premier krijgen is dus nog even afwachten. Veel politici zijn het er wel over eens; de tijd is rijp.