‘‘Bah, zijn er wéér stakingen?’’ Waarschijnlijk heb je deze zin de laatste tijd vaak horen langskomen. Of het nou gaat om de lege schappen bij de Albert Heijn, of treinen die weer uitvallen; de collectieve stakingen kunnen niet op iedereens steun rekenen. Toch moeten we niet vergeten dat staken voor betere arbeidsvoorwaarden een fundamenteel recht is, dat hoort bij ons Nederlandse poldermodel.
Volgens dit model gaan werkgevers, vakbonden en overheid met elkaar om de tafel, om te onderhandelen over loon en arbeidsvoorwaarden. En hoewel dat misschien als een ver-van-je-bed-show klinkt, is dat ook voor jou en mij relevant. Want wist je dat dit collectieve overleg ook ingezet kan worden voor het bereiken van meer gendergelijkheid? Feminer zocht uit hoe dat kan worden bewerkstelligd en hoe jij daar als individu aan kunt bijdragen. Maar eerst gaan we een stukje terug in de tijd. Want wat was eigenlijk de rol van vrouwen bij de opkomst van dit model?
De match girls strike: een lopend vuurtje
Stel je voor: het is het jaar 1888. In de luciferfabriek Bryant and May in Londen’s East End verschijnen om half zeven ‘s ochtends de eerste vrouwen om te beginnen met het fabriekswerk, dat zij vaak al vanaf hun dertiende doen. Dag in dag uit staan zij veertien uur lang op hun benen, voor een schamel loontje. Waag je het om vaker dan twee keer een toiletpauze te nemen, dan riskeer je een boete die je al onleefbare loon nog verder inkort. En denk maar niet dat er enige aandacht is voor gezondheids- en veiligheidsrisico’s.
Zo liepen de vrouwen in deze luciferfabrieken een groot risico om phossy jaw op te lopen. Dat was een extreem pijnlijke ziekte die werd veroorzaakt door de fosfor in de lucifers, waarbij het kaakbot wegrotte en afstierf. Vaak leidde deze ziekte tot afschuwelijke misvormingen van het gezicht, of zelfs tot breinschade. De fabrieken waren zich volledig bewust van de gevolgen van de giftige fosfor, maar deden alsof hun neus bloedde. Ook moesten deze vrouwen werken met gevaarlijke machines, onder de instructie ‘never mind their fingers’. En alsof dat alles nog niet erg genoeg was, was mishandeling door de voorman hen niet vreemd. Tot ze op een dag besloten dat de maat vol was.
De match girls hebben in Engeland de weg vrijgemaakt voor belangrijke veranderingen in de industrie, en voor de vakbeweging die opkomt voor rechten van werknemers.
Het onrechtmatige ontslag van een van de vrouwen in juli 1888, was de druppel die de emmer deed overlopen. Wie de film Enola Holmes 2 heeft gezien, krijgt een beeld van hoe dat eraan toe ging. De werkers legden hun gereedschap neer en marcheerden met een groep van 1500 vrouwen door de straten, eisend dat er betere werkomstandigheden en hogere lonen kwamen. Deze staking staat tot op heden bekend als de match girls strike, en is van enorme betekenis geweest voor de Britse sociale geschiedenis.
Met succes werden de arbeidsomstandigheden verbeterd, de lonen verhoogd, en de boetes afgeschaft. Er werd zelfs een vakbond opgericht in het bedrijf, en het was de eerste staking die werd geleid door mensen die onderaan de sociale ladder stonden. De match girls hebben in Engeland de weg vrijgemaakt voor belangrijke veranderingen in de industrie, en voor de vakbeweging die opkomt voor rechten van werknemers.
Eendracht maakt macht: de vakbeweging in Nederland
In Nederland ging het daarentegen een tikkeltje anders. Ondanks de aanwezigheid van veel vrouwen in verschillende industrieën, werden zij in de beginjaren van de vakbeweging in Nederland vaak buitengesloten van deelname. Toch lieten zij zich niet uit het veld slaan. De bijdrage van vrouwen aan de strijd voor arbeidsrechten en sociale rechtvaardigheid, bleek namelijk wel degelijk van wezenlijk belang voor de ontwikkeling van de vakbeweging in Nederland.
Een van de meest bekende vrouwen in de Nederlandse vakbeweging was Henriette Roland Holst-van der Schalk, ook wel bekend als ‘tante Jet’. Zij werd op 27-jarige leeftijd lid van de SDAP (Sociaal Democratische Arbeiderspartij, uiteindelijk opgegaan in de huidige PvdA). Ze besteedde haar avonden met het prediken van haar gedachtegoed, in rokerige salons waar mensen samenkwamen om naar haar te luisteren. Ze motiveerde de arme werkers op te komen voor hun belangen, en tegen de schenen van het systeem te schoppen dat hen in deze armzalige rol duwde. Bovendien verdedigde ze ook specifiek de bijzondere bescherming van vrouwen die in de industrie werkten.
De bijdrage van vrouwen aan de strijd voor arbeidsrechten en sociale rechtvaardigheid, bleek namelijk wel degelijk van wezenlijk belang voor de ontwikkeling van de vakbeweging in Nederland.
Daarnaast zijn er legio voorbeelden te vinden van vrouwen die een verandering van de status quo in Nederland hebben weten te bewerkstelligen door zich te verenigen. Voorbeelden hiervan zijn de staking van de sigarenmeisjes, verschillende textielstakingen, of de staking van de dienstboden uit solidariteit met de stakende landarbeiders.
Wat kunnen we leren van onze voormoeders?
Je zou zeggen dat we van deze geschiedenis kunnen leren, maar toch laat het Nederlandse collectieve geheugen ons soms in de steek. Helaas verenigen steeds minder mensen zich namelijk in vakbonden, wat de positie van de werknemer niet ten goede komt. Maar als de match girls en Tante Jet ons íéts leren, dan is het dat eendracht macht maakt. Als vrouwen uit de arbeidersklasse van toen, soms nog zonder stemrecht en politieke invloed, verandering teweeg kunnen brengen door zich te verenigen, dan kunnen wij dat al helemáál. En dat is nog hard nodig.
Volgens een verslag van de Europese Commissie uit 2014, duurt het in het huidige tempo namelijk nog 70 jaar om gendergelijkheid te realiseren in Europa. En hoewel er op Europees gebied al actie wordt ondernomen om sneller vooruitgang te boeken, zijn er op kleinere schaal ook methoden om gendergelijkheid te bevorderen. Want waar vrouwen van grote betekenis zijn geweest voor het poldermodel, kan dat ook andersom het geval zijn.
als de match girls en Tante Jet ons íéts leren, dan is het dat eendracht macht maakt.
Zo kunnen CAO’s bijvoorbeeld worden ingezet om gendergelijkheid na te streven. Vakbonden kunnen door middel van CAO’s discriminatie aanpakken, door afspraken te maken over werving en selectieprocedures, of over gelijke beloning voor gelijk werk. Ook kunnen ze klachtenprocedures opstellen om discriminatie op de werkvloer te melden en aan te pakken. Daarnaast zouden er afspraken gemaakt kunnen worden over flexibele werktijden en thuiswerken, voor zowel mannen als vrouwen. Dit kan bijdragen aan een betere balans tussen werk en privé, en maakt een goede verdeling van de zorgtaken tussen mannen en vrouwen mogelijk. Als laatste kan er ook nog gedacht worden aan afspraken over quota, die nu in Nederland enkel nog gelden voor de raad van commissarissen van beursgenoteerde bedrijven.
Een voor allen…
Hoewel het onderhandelen over deze onderwerpen bij de vakbonden ligt, kun je hier als individu ook je steentje aan bijdragen. Zo kan het waardevol zijn om lid te worden van de vakbond die in jouw sector actief is. De vakbonden behartigen namelijk vooral de belangen van hun leden, en op het moment is het aandeel van oudere werknemers bij vakbonden aanzienlijk hoger dan het aandeel van jongeren. Dat betekent dat deze vakbonden vooral strijden voor de belangen van die oudere werknemers, in plaats van voor de belangen van álle werknemers in de sector. Voor de representativiteit van een vakbond is het dan ook belangrijk dat het ledenbestand een goede afspiegeling is van de werknemers in die sector.
Door lid te worden van een vakbond, kun je die representativiteit dus vergroten. Bovendien kun je op die manier invloed uitoefenen op de onderwerpen waarover onderhandeld wordt. Hoe meer (jonge) vrouwen lid worden van een vakbond, hoe groter de stem is aan de tafel waar de beslissingen worden genomen. Laten we Tante Jet dus trots maken en verder bouwen aan het fundament dat zij heeft gelegd. Ik zou die gendergelijkheid namelijk graag nog meemaken, éérder dan over 70 jaar.