Hoe neutraal is onze taal? (spoiler: minder dan we denken)

Home > Magazine > De Diepte In > Hoe neutraal is onze taal? (spoiler: minder dan we denken)
Afbeelding bij interview over taal met Theresa Redl
De meeste mensen gebruiken taal zonder erbij na te denken - maar we zeggen meer dan we denken. Onderzoekster Theresa Redl: "Taal sluit iedereen uit, behalve mannen."

Door Maaike Kooijman

Maaike deed een Bachelor Nederlands en vulde die aan met Masters in Sociologie en Journalistiek. Als freelance (eind)redacteur koppelt ze haar twee grote liefdes: taal en maatschappelijke vraagstukken. Daarnaast maakt ze graag boswandelingen of hangt ze de keukenprinses uit.

29 november 2021

door | 29 november 2021

De meeste mensen gebruiken taal zonder erbij na te denken. Als ik zeg dat het koud is op kantoor, begrijpt mijn collega naast het raam meteen wat hem/haar/hen te doen staat; niemand die dat nog hoeft te analyseren. En als ik jou vraag of je mij het zout kunt aangeven, neem je dat niet letterlijk door ‘ja’ te antwoorden, maar geef je mij gewoon het zout. Hoop ik dan.

Wat je zegt bestaat dus niet uit alleen woorden en zinnen, maar ook uit de bedoelingen daarachter – of die nu bewust of onbewust zijn.

Taal heeft daarmee ook bepaalde gevolgen. Soms op individueel niveau, maar ook op maatschappelijk niveau. Dat is waarom er steeds meer aandacht is voor gender in taal. Want taal heeft niet alleen de kracht om mijn collega het raam dicht te laten doen, maar ook om stereotypen in de maatschappij te (re)produceren.

Vrouw = echtgenote, man = baas

Een typisch voorbeeld dat me altijd is bijgebleven, is de column van Japke-d. Bouma over het seksisme in Microsoft Word. Als je daar een woord intikt, kun je met je rechtermuisklik synoniemen voor dat woord zien.

Japke-d. schrijft; “Zo staan er bij het woord ‘vrouw’ als eerste opties ‘echtgenote, eega, gade, gemalin en moeder’; en verschijnt bij het woord ‘man’ als eerste optie ‘baas’ (!) – en pas op nummer 19 ‘echtgenoot’. Verder is een ‘man’ volgens deze lijst zelfs nooit ‘vader’, maar gelukkig wel een ‘vent’.”

Het is dus een vicieuze cirkel: enerzijds is taal een afspiegeling van onze op mannen gerichte maatschappij, anderzijds houdt dat de ongelijkheid in de samenleving ook weer in stand. Als er wel ‘girlboss’ en geen ‘boyboss’ bestaat, kan dat er onbedoeld voor zorgen dat ‘baas’ wordt geassocieerd met een man, tenzij expliciet wordt benoemd dat het over een vrouw gaat.

enerzijds is taal een afspiegeling van onze op mannen gerichte maatschappij, anderzijds houdt dat de ongelijkheid in de samenleving ook weer in stand.

Seksistische grammatica

De ongelijkheid in taal zit niet alleen in bepaalde woordkeuzes, maar zelfs ook in grammaticale afspraken. Stel, ik zeg: iedereen poetst zijn tanden. Sta even stil bij wat je voor je ziet. Daarna zeg ik: iedereen poetst zijn tanden, zo ook Sophie. Schieten jouw ogen dan terug naar het mannelijke woord ‘zijn’, dat niet klopt met de vrouwennaam? Da’s best mogelijk, volgens nieuw onderzoek.

Theresa Redl, PhD, verdiepte zich de afgelopen vijf jaar in dit onderwerp aan het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek en de Radboud Universiteit in Nijmegen. “Zelfs het promotiereglement, het protocol voor wat je moet doen om te kunnen promoveren, stond vol met ‘de promovendus’ en ‘hij’. Dat heb ik mooi aangehaald tijdens mijn verdediging.”

Waar heb je precies naar gekeken?

“Ik heb onderzoek gedaan naar wat men ‘generiek masculiene’ woorden noemt. Dat zijn woorden die grammaticaal mannelijk zijn, maar die wel kunnen worden gebruikt om iedereen aan te duiden. Ik wilde weten of dat wel echt zo werkt. Als je het over een groep mensen hebt waar ook vrouwen tussen zitten, en je gebruikt een mannelijke verwijzing – wat doet dat dan met je hersenen?”

Denk bijvoorbeeld aan iets als: elke student moet zijn opdracht op tijd inleveren. Dan is het woordje ‘zijn’ dus generisch mannelijk gebruikt.

En ‘student’ ook. Toch?

“Ja, precies! Maar voor mijn eigen onderzoek heb ik vooral gekeken naar voornaamwoorden, dus ‘hij’ en ‘zijn’. Daarvoor heb ik gebruik gemaakt van eye tracking: ik hield de oogbewegingen bij van mensen die bepaalde teksten lazen. Als ze langer deden over een bepaald woord, maakte ik daaruit op dat ze daar moeite mee hadden.”

 “Ik liet mensen dan bijvoorbeeld eerst lezen: ‘iedereen was zijn tanden aan het poetsen’. Daarna voegde ik ‘onder wie een paar mannen’ of ‘onder wie een paar vrouwen’ toe. Als je langer doet over ‘iedereen was zijn tanden aan het poetsen, onder wie een paar vrouwen’, heb je dus stiekem eerst aan een groep mannen gedacht.”

Als je een sollicitatiecommissie een omschrijving vol generiek masculiene woorden geeft, gaat die commissie eerder voor een man 

En daaruit concludeer je dat het inderdaad moeite oplevert als we met ‘hij’ of ‘zijn’ vrouwen bedoelen.

“Ja, maar dat geldt wel vooral voor mannen. We zien dat vrouwen helemaal niet zo verbaasd zijn als de student met zijn opdracht ineens een meisje blijkt te zijn. Dat komt waarschijnlijk omdat wij van jongs af aan hebben geleerd om mannelijke woorden toch als neutraal te interpreteren.”

“Ik heb een collega die laatst vertelde dat hij ‘hé jongens’ tegen zijn twee zoons en één dochter had geroepen. Het meisje van vijf riep toen terug: ‘Ik ben geen jongen!’ Zelfs op die leeftijd moet je dus al doorhebben dat iemand ook jou als vrouw kan bedoelen als er ‘jongens’ wordt gezegd. Je leert jezelf dus aan om dat te negeren.”

Gaat het in je onderzoek ook echt om grote verschillen?

“Voor de leek niet, nee.” (lacht) “Als taalwetenschappers praten we dan over gigantische effecten… van 40 milliseconden. Als lezer heb je dat helemaal niet door; het is meer de maatschappij die er achteraf last van heeft. Oneerlijke taal sluit iedereen behalve mannen uit.”

Op welke manier?

“In het Engelse en Duitse taalgebied is veel onderzoek gedaan naar de effecten hiervan. Als je bijvoorbeeld aan een sollicitatiecommissie een functieomschrijving geeft waarin ‘de sollicitant’, ‘hij moet dit kunnen’ en ‘zijn cijfers moeten zo hoog zijn’ staan, dan gaat de sollicitatiecommissie eerder voor een man. Puur omdat die mannelijke woorden in de omschrijving van de baan zijn gebruikt. En we zien ook dat dit ervoor zorgt dat vrouwen minder snel solliciteren. Dus dat kleine verschil in leesgedrag heeft ook echt bredere effecten.”

“De Gebroeders Grimm (die van de sprookjes, red.) schreven ooit: de grammatica van onze taal is precies zoals de maatschappij, het mannelijke boven het vrouwelijke. Dat vonden ze fantastisch. Het werd dus ook echt als mooi gezien dat je de werkelijke maatschappij in de taal kon terugzien.”

Wow, dat is wel heftig. Waarom gebruiken we mannelijke woorden dan als neutraal?

“Daar is vaak vrij expliciet voor gekozen. In het Engels werd men in de eerste woordenboeken bijvoorbeeld ontmoedigd om singular they te gebruiken, het neutrale voornaamwoord dat eeuwen geleden al bestond. Dat zou ongrammaticaal en niet mooi zijn. Maar ja, dat waren mannelijke grammatici, die dat opschreven.”

En jij? Moet ik je onderzoeker of onderzoekster noemen?

“Daar heb ik eigenlijk een minder uitgesproken mening over dan je zou verwachten. Ik kom uit Oostenrijk, en met Duits als moedertaal klinkt onderzoekster logischer – dus doe dat dan maar, denk ik. En ik weet natuurlijk ook dat onderzoeker niet écht neutraal is.”

Als je onderzoeker en onderzoekster naast elkaar gebruikt, is het alsnog heel erg gegenderd. Maar het is beter dan niks.

Dus wat is er beter?

“Dat is lastig te zeggen, met name in het Nederlands. Engels is helemaal niet zo’n gegenderde taal: singular they is vrij gebruikelijk en bestaat ook al heel lang, en in beroepsnamen zijn er ook weinig verschillen. Als je het Engels genderneutraal wilt maken, ben je vrij snel klaar.”

“Voor het Nederlands is de oplossing niet zo duidelijk. Als je onderzoeker en onderzoekster naast elkaar gebruikt, is het alsnog heel erg gegenderd. Maar het is beter dan niks. Als je alleen ‘de student’ gebruikt, verwijs je daarmee alleen naar mannen. Met ‘student’ en ‘studente’ heb je tenminste mannen én vrouwen.”

Hoe groot is de kans dat wij ook een singular they gaan gebruiken?

“Dat is wel mogelijk. In het Zweeds, een taal die een beetje op het Nederlands lijkt, hebben ze zo’n vijftig jaar geleden ook het woord hän ingevoerd als een non-binair voornaamwoord. Dat wordt steeds populairder, ook onder mensen die niet zo met gendergelijkheid bezig zijn. Het begon volgens mij in een kinderboek, toen werd het overgenomen in een ander boek, nu staat het zelfs in het Zweedse Groene Boekje.”

“Je ziet dus dat zo’n woord wel langzaam de norm kan worden, maar in het Nederlands kan ik het nog niet voorspellen. Het is hier nog veel nieuwer. En als ik kijk hoe boos Nederlanders kunnen worden over ‘hun’ als onderwerp van een zin… Het is natuurlijk ook lastig omdat ‘hen’ in het Nederlands al een betekenis heeft, terwijl het in het Zweeds echt een nieuw woord is. Maar het kan zeker wel.”

Ik kan me best voorstellen dat het vooral de mannen zijn die tegen écht genderneutraal taalgebruik zijn.

“O, ik heb ook genoeg verhitte discussies gehad met vrouwen die een woord als ‘hen’ onzin vinden, hoor. Maar het is inderdaad wel zo dat mannen meer te verliezen hebben: zij zijn nu immers de norm in de taal.”

“Toch denk ik dat iedereen er uiteindelijk van zal profiteren als gender wat minder belangrijk wordt in de taal. Als er minder stereotypen komen, kunnen mannen daar ook profijt van hebben. Eindelijk mannelijke juffen!”

Feminer Encyclopedie
Generiek masculiene woorden…
… zijn woorden die grammaticaal mannelijk zijn, maar die wel kunnen worden gebruikt om iedereen aan te duiden. Denk bijvoorbeeld aan iets als: elke student moet zijn opdracht op tijd inleveren. Dan is het woordje ‘zijn’ generisch mannelijk gebruikt. Deze generiek masculine woorden worden echter minder neutraal opgevat dan ze zouden moeten zijn.
Singular they …

… verwijst naar het feit dat je they in het Engels niet alleen als meervoud kunt gebruiken (They brushed their teeth), maar ook als enkelvoud (This is my friend and I see them on Mondays). Dit neutrale woord bestaat al lang en wordt veel gebruikt. Daardoor is het Engels vrij gemakkelijk genderneutraal te maken. 

  • Maaike Kooijman

    Maaike deed een Bachelor Nederlands en vulde die aan met Masters in Sociologie en Journalistiek. Als freelance (eind)redacteur koppelt ze haar twee grote liefdes: taal en maatschappelijke vraagstukken. Daarnaast maakt ze graag boswandelingen of hangt ze de keukenprinses uit.

door | 29 november 2021

Meer zoals dit

Zoek artikelen

Vers van de pers

Vrouwenrechten in crisis: een blik op feministische veerkracht

Vrouwenrechten in crisis: een blik op feministische veerkracht

In een interview met Anne-Floor Dekker onderzoekt Feminer hoe feministische veerkracht bijdraagt aan vrouwenrechten. Van historische context tot hedendaagse uitdagingen, Feminer onthult de impact van crises op vrouwenrechten en benadrukt de cruciale rol van inclusieve besluitvorming voor een hoopvolle toekomst.

We houden je graag op de hoogte, dus volg ons vooral op de socials!