✉️ info@feminer.nl

Sollicitatiegesprek? Eerst je haar steilen

Home > Magazine > De Diepte In > Sollicitatiegesprek? Eerst je haar steilen
Haardiscriminatie op de werkvloer komt bij zwarte vrouwen nog te vaak voor. We zochten uit waar dat vandaan komt én wat ertegen te doen is.

Door Salomé Tans

Salomé doet een master Civiel recht in Leiden, wat ze combineert met het redactiewerk binnen Feminer. Haar passie voor taal en feminisme zet ze in om de onderliggende processen in de samenleving te begrijpen én bloot te leggen.

23 maart 2022

by | 23 maart 2022

Werkende vrouwen hebben veel te verduren: ze krijgen doorgaans minder betaald dan hun mannelijke collega’s en pikken bij thuiskomst ook nog eens een second shift op. Maar zelfs aan hun uiterlijk moet – onder het mom van ‘professionaliteit’ – worden gesleuteld. Voor zo’n professioneel voorkomen hoesten ze extra tijd, geld én energie op. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de bijkomende lading van racisme op de werkvloer. Naast de standaard professionaliteitseisen moeten zwarte vrouwen in sommige gevallen hun natuurlijke (kroes)haar steilen. In de VS heeft de zogenaamde natural hair movement ervoor gezorgd dat in sommige staten wetgeving werd ingesteld om dit soort haardiscriminatie tegen te gaan. Maar hoe zit dat eigenlijk in Nederland?

Kroeshaar kan een opgave zijn

Elke volwassen vrouw heeft waarschijnlijk wel een verhaal klaarliggen over haar haar – en laten we eerlijk wezen, dat is vaker haat dan liefde. Ik ben geen uitzondering. Een groot deel van mijn leven heb ik een droge bos krullen gehad, met een toefje kroezig haar aan de voorkant – een restant van het verre, verre slavernijverleden in mijn familie. Dat toefje stond vaak recht overeind en ik vond het vreselijk. 

Met de jaren leerde ik dat ik mijn droge haar kon temmen door er een absurde hoeveelheid verzorgingsproducten in te mikken. Het werkte; inmiddels heb ik het toefje onderdrukt en is mijn haarstructuur gladder. Mijn moeder heeft dat privilege helaas niet. Zij heeft kroeshaar, en hoeveel verzorgingsproducten ze er ook in stopt, het zal nooit een gladde structuur krijgen. 

Mijn ervaring werd enigszins gespiegeld in de documentaire ‘Liever Kroes?!’. Hierin wordt de Kaapverdiaans-Nederlandse Nelly gevolgd, die haar kroeshaar voor het eerst sinds tijden weer laat zien aan de buitenwereld. Het is een harde confrontatie met zichzelf; ze vindt zichzelf lelijk met kroeshaar en is ontzettend bang voor reacties uit haar omgeving. 

Het ontkroezen van kroeshaar begint bij veel vrouwen al op jonge leeftijd, zo rond het begin van de puberteit. Dat is meestal geen bewuste keuze van het meisje, maar wordt gestimuleerd door haar omgeving. Hier begint de geïnternaliseerde haat jegens het kroeshaar, die wordt bevestigd door de maatschappij. Nelly geeft aan dat ze die afkeer voornamelijk te danken heeft aan haar naaste omgeving. Familieleden maken bijvoorbeeld opmerkingen over haar kapsel en haar moeder vertelt haar dat kroeshaar ‘niet netjes’ is. Sad, but true: zulke vooroordelen zitten nu eenmaal in onze samenleving ingebakken. 

Natural hair movement in de VS

Om kroeshaar haar steil te maken wordt er doorgaans een chemisch middel gebruikt in het haar. Dit proces kan gevaarlijk zijn: denk aan brandwonden op de hoofdhuid of het verbranden van het haar. Een alternatief is het invlechten van het haar, maar ook dit is een tijdrovend en pijnlijk proces. De manier waarop het haar wordt gedragen heeft binnen de zwarte gemeenschap een grote culturele betekenis. Traditionele haarstijlen stammen namelijk nog uit de tijd van de slavernij. 

De natural hair movement is dus in de eerste plaats het omarmen van iemands culturele erfenis. 

Daarnaast zijn veel vrouwen die teruggaan naar hun natuurlijke haar inmiddels wel klaar met de fysieke en emotionele arbeid die bij het ontkroezen komt kijken. Bovendien is het tegenwoordig via internet ook steeds makkelijker geworden om tips te krijgen over haarverzorging die afwijkt van de omgeving. 

In de Verenigde Staten zijn ze wat dat betreft al een paar stappen verder. Parallel aan de opkomst van deze beweging kwamen er allerlei verhalen naar buiten over haardiscriminatie op de werkvloer – wat de beweging verder aanzwengelde.

Een diepgeworteld probleem

Volgens hoogleraar antropologie Gloria Wekker hebben gevoelens van haar jegens kroeshaar alles te maken met het heersende westers georiënteerde schoonheidsideaal. Vanuit de (witte) maatschappij krijgen zwarte vrouwen keer op keer de bevestiging dat kroeshaar niet mooi of niet de norm is. De representatie van vrouwen met kroeshaar in de media is bijvoorbeeld zéér schaars. En wat zijn de implicaties als er op een shampoofles ‘normaal haar’ staat?

Maar die onbewuste zelfminachting is ook aanwezig binnen de zwarte gemeenschap. Sinds het tijdperk van slavernij zorgde het hebben van een lichtere huid en/of gladdere haarstructuur voor een betere maatschappelijke positie. Dit fenomeen staat bekend als colorism en is vandaag de dag nog aanwezig in verschillende samenlevingen.

Vanuit de (witte) maatschappij krijgen zwarte vrouwen telkens de bevestiging dat kroeshaar niet mooi of de norm is

Dergelijke verhalen komen uit alle hoeken van de samenleving; studenten, scholieren, sporters, nieuwslezers, medewerkers in een pretpark. En dit soort verhalen beperken zich niet alleen tot de VS. In het Verenigd Koninkrijk kreeg een 12-jarige jongen te horen dat zijn dreadlocks ”niet pasten bij de uitstraling die de school waarborgt”. Voor het schoolbestuur was de oplossing simpel: simpelweg de dreadlocks afknippen, of de jongen moest de school verlaten. 

Zulk soort haardiscriminatie is een systematisch probleem, en wordt helaas vaak op een subtiele manier geuit. Denk aan micro-agressies of een algemene druk om te conformeren aan een ‘professioneel’ uiterlijk. Er bestaan binnen veel bedrijven bijvoorbeeld richtlijnen die zeggen dat een ‘extreem’ of ‘onprofessioneel’ uiterlijk verboden is. Maar wie bepaalt er wat een ‘professioneel’ uiterlijk is?

En dát dit probleem verder gaat dan enkele anekdotes, vond senaatslid Holly J. Mitchell uit Californië ook. Dit concludeerde ze uit haar eigen ervaringen, en de vele ervaringen die werden gedeeld vanuit zwarte organisaties. Dit leidde ertoe dat Californië in 2019 de eerste staat was die formele wetgeving inzette om specifiek haardiscriminatie tegen te gaan – de zogeheten Crown Act.

En hoe zit het in Nederland?

In Nederland is zo’n Crown Act nog ver te bekennen, maar dat betekent niet dat het probleem hier niet bestaat. Óók bij ons krijgen vrouwen te horen dat hun kroeshaar niet wordt geaccepteerd op de werkvloer. 

Janice Odijk (student Work & Organisational Psychology) schreef er haar scriptie over en won hiervoor de David van Lennep scriptieprijs. In haar onderzoek liet ze psychologiestudenten een selectieprocedure nabootsen, waarin ze alleen op basis van een CV de ideale kandidaat moesten vinden. De CV’s waren identiek, afgezien van het geslacht en de haarstijl van de sollicitant. Ze concludeerde dat zwarte vrouwen met een natuurlijke haarstijl minder snel worden aangenomen, en minder geschikt en professioneel worden bevonden. Witte vrouwen met krullend haar leken dit probleem niet te hebben. 

Veel vrouwen zijn inmiddels wel klaar met de fysieke en emotionele arbeid die bij het ontkroezen komt kijken

Ook mannen ondervonden minder problemen op dit vlak. Kort kroeshaar riep geen negatieve associaties op; rastahaar wordt bijvoorbeeld wel als onprofessioneel, maar niet ongeschikt bevonden. De selectiebeslissingen bij een sollicitatie worden volgens Odijk dus beïnvloed door etniciteit, geslacht en de specifieke haarstijl. 

haardiscriminatie
Herdefinieer ‘professionaliteit’

Hoe kunnen we met deze informatie zorgen dat haardiscriminatie minder wordt? Net als met alle vormen van discriminatie moeten werkgevers eerst bewustzijn over het onderwerp kweken, vindt Odijk. Werkgevers willen namelijk wel inclusiever zijn, maar er bestaat überhaupt een blinde vlek over deze specifieke vorm van discriminatie. Pas daarna kunnen werkgevers hun recruitmentproces echt aanpassen – denk aan het implementatie van dit onderwerp in diversiteitstrainingen en inclusiviteitsinitiatieven. 

Of wetgeving in Nederland effectief zou zijn, is nog maar de vraag. Discriminatie op basis van uiterlijk is in het algemeen moeilijk aan te tonen. Daarnaast is de samenleving in Nederland defensief over het aankaarten van discriminatie en racisme – kijk maar naar de discussie rondom Zwarte Piet. 

In de tussentijd is het vooral belangrijk dat dit probleem ter sprake komt, en dat vrouwen van kleur hun ervaringen delen. Volgens Odijk moet het begrip ‘professionaliteitonder de loep worden genomen en cultureel neutraal worden gemaakt. En voor witte mensen: wees je bewust van je privilege. Want een bad hairday is ook maar subjectief!  

  • Salomé Tans

    Salomé doet een master Civiel recht in Leiden, wat ze combineert met het redactiewerk binnen Feminer. Haar passie voor taal en feminisme zet ze in om de onderliggende processen in de samenleving te begrijpen én bloot te leggen.

    Bekijk Berichten

by | 23 maart 2022

Meer zoals dit

Zoek artikelen

Vers van de pers

We houden je graag op de hoogte, dus volg ons vooral op de socials!