Feminer schreef al eerder over de heersende vooroordelen in de medische wereld en de consequenties daarvan. We spraken toen onder andere dr. Angela Maas, hoogleraar cardiologie (en rolmodel op de tweede editie van Feminer aan Tafel in 2018). Sindsdien staat dr. Maas in hoog internationaal aanzien met haar strijd voor gendergelijkheid in ziekenhuizen. Gelukkig werpt haar harde werk zijn eerste vruchten af. Volgens het Rathenau Instituut werken in bijna alle functies op Universitair Medisch Centra (UMC) inmiddels meer vrouwen dan mannen. Daarbij zijn vrouwelijke huisartsen tegenwoordig in de meerderheid en ook op geneeskunde opleidingen is het merendeel van de studenten vrouw. Betekent dat dan dat de strijd gestreden is? Helaas niet. Er staat vrouwelijke artsen in ieder geval nog één obstakel in de weg: de loonkloof.
Hoe wordt het salaris bepaald?
Volgens het college van de rechten van de mens in 2011 bleek dat vrouwen -verspreid over de verschillende functies in het ziekenhuis- enkele tientjes tot tweehonderd euro per maand mislopen.
Dit komt voornamelijk doordat salaris niet altijd op een neutrale manier wordt verdeeld. Salarissen, salarisverhogingen en toelagen zijn dus deels gebaseerd op niet-objectieve criteria. Dit raakt vrouwen twee keer zo hard als mannen. Criteria zijn ‘niet objectief’ als ze het salarisverschil tussen mannen en vrouwen in dezelfde functie niet kunnen rechtvaardigen.
VROUWEN LOPEN ENKELE TIENTJES TOT TWEE-HONDERD EURO PER MAAND MIS
Hoewel er veel van dit soort niet-objectieve criteria te vinden zijn, is er één die er met kop en schouders bovenuit steekt: salarisonderhandeling. Artsen in loondienst worden volgens hun cao officieel ingeschaald op basis van criteria als het aantal jaren dat ze in dienst zijn.
Maar in de praktijk is hier vaak nog onderhandelingsruimte. Dit betekent dat het salaris onder meer bepaald wordt door hoe goed werknemers zijn in onderhandelen – en niet door hoe goed ze in hun werk zijn. Dat pakt bijna áltijd nadelig uit voor vrouwen; veelal omdat ze minder vaak krijgen waar ze om vragen dan hun mannelijke collega’s.
Vandaag de dag
Het onderzoek komt weliswaar uit 2011, maar die niet-objectieve criteria spelen tegenwoordig nog steeds een rol. Zo schreef Marcel Levi, ceo van University College London Hospital begin 2020 dat hij schrok van de genderongelijkheid in zijn ziekenhuis.
Hij benoemt bijvoorbeeld het aanvragen van toelagen, waarbij vrouwen een stuk bescheidener zijn. ”Vrouwen benadrukken teamwerk en gezamenlijk behaalde resultaten, terwijl mannen het geen probleem vinden alle successen in de ik-vorm te presenteren en te overdrijven wat er is bereikt.”, aldus Levi.
Ook Tahnee de Vringer, van doktersophakken.nl, deelt verhalen van vrouwelijke artsen en geeft op haar blog 21 tips voor salarisonderhandeling. Jonge vrouwelijke dokters kunnen die tips schijnbaar nog steeds gebruiken.
Bij Feminer zijn we blij dat de gelijke man-vrouw verdeling in ziekenhuizen inmiddels een feit is. Desondanks is het jammer om te zien dat niet-objectieve criteria nog steeds zo’n grote rol spelen bij het bepalen van salaris – en dat vrouwen daar zo vaak de dupe van zijn. Salaris zou namelijk eerlijk verdeeld moeten worden. Zolang dit niet het geval is en de loonkloof als gevolg hiervan in stand blijft, kunnen we van ware gendergelijkheid nog niet spreken.
Meer weten over de loonkloof?
In november 2020 hielden wij een hele campagneweek over dit onderwerp! Pak bijvoorbeeld onze factsheet over de loonkloof in Nederland erbij, of leer van andere vrouwen hoe zij hun eerste salarisonderhandeling hebben aangepakt.
DISCLAIMER: Omdat er weinig publiekelijk inzicht is in de salarissen van artsen, is het moeilijk om te bepalen hoe groot loonkloof in Nederlandse ziekenhuizen momenteel precies is. Het laatste grootschalige onderzoek waarbij deze gegevens in kaart zijn gebracht, stamt uit 2011.